Aan de hand van pollen van kruidachtigen die zijn aangetroffen bij de mastodontresten in de klei in Maalbeek, kon worden bepaald dat de mastodont van Auvergne ook in een koude periode kon overleven. Waarschijnlijk is deze vondst een uitzonderlijke, aangezien deze mastodont in het Plioceen een bosbewoner was en gedurende koudere perioden zich naar het zuiden terugtrok.
In Frankrijk en in de Oosterschelde wordt de mastodont van Auvergne vaak samen met de zuidelijke mammoet aangetroffen. Deze twee soorten leefden naast elkaar gedurende het Vroeg-Pleistoceen. De mastodont van Auvergne had een echt knobbelgebit, in tegenstelling tot de Europese mastodont, die een gebit had met scherpe richels. In het geslacht Anancus evolueerde het gebit: zowel de kroonhoogte als het aantal richels waaruit de kies is opgebouwd, namen toe. In latere vormen werd meer cement afgezet tussen de knobbels en de richels. Hierdoor ontstond een uniform kauwoppervlak dat slijtvaster was en geschikter om voedsel te vermalen. Het knobbelgebit van de mastodont van Auvergne was geschikt om zacht voedsel, zoals bladeren, vruchten en twijgen mee te vermalen. Deze mastodont was dan ook een bewoner van meer beboste delen in het landschap. Het pootskelet vertoont bovendien aanpassingen aan voortbeweging op een zachte bosbodem.
De Oosterschelde is een van de belangrijkste vindplaatsen van het geslacht Anancus. Hier zijn in totaal zo'n veertig kiezen en honderd botten gevonden. Bijzonder zijn een stuk bovenkaak met twee melkkiezen, dat in 1961 is opgevist, en een fragment van een onderkaak met een complete kies. Ook in de Noordzee voor de Zeeuwse kust en de Westerschelde is een aantal vondsten gedaan. In groeve Maalbeek, vlakbij Tegelen, werd in 1960 een kies van een mastodont van Auvergne gevonden. In de buurt van Liessel is een kiesfragment opgebaggerd. Later zijn hier ook restanten van de Europese mastodont aangetroffen. In 2003 zijn in Langenboom bij een zandwinning nog twee kiesfragmenten gevonden.
- Dennis van den Berge, Naturalis
Braber, F. I., D. Mol & J. de Vos, 1999. On mastodon remains from The Netherlands: an overview. - Deinsea 7: 55-65.
Jong, T. de, 1998. Topstukken uit de diepte. Prehistorische dierresten uit Noord-Brabant. - Cranium 15: 84-110.
Mol, D. & H. van Essen, 1992. De mammoet: sporen uit de IJstijd. - BZZToh, Den Haag. 192p.
Mol, D., J. de Vos & L. van den Hoek Ostende. Zoogdieren van Nederland gedurende de IJstijd (in prep.).
Mol, D., 2008 Een nieuwe vondst van de mastodont (Anancus Arvernensis) van de Noordzeebodem. Cranium 25, 43-51.