Geologie van Nederland
is een initiatief van

Bosolifant

Elephas antiquus

Taxonomie

Klasse
Mammalia (zoogdieren)
Orde
Proboscidea (slurfdieren)
Familie
Elephantidae (olifanten)
Geslacht
Elephas
Soort
Elephas antiquus

Karakterisering

De bosolifant was een grote olifant die werd gekenmerkt door nauwelijks gebogen en naar beneden gerichte slagtanden. Op het punt waar de slagtanden naar buiten treden, is de schedel het breedst. Ook de hoogkronige kiezen, met veel lamellen en dik glazuur, zijn typisch voor de bosolifant.

 

Deze olifantsoort leefde in Europa en West-Azië in bosrijke gebieden. In Nederland kwam hij gedurende de warmere perioden (interglacialen) in Midden- en Laat-Pleistoceen voor, maar tijdens de koudere perioden trok hij zich naar het zuiden terug. De bosolifant wordt samen met het Pleistocene nijlpaard (Hippopotamus incognitus) gezien als een kenmerkende soort voor interglacialen. Een vondst in Raalte van 32.500 jaar oud toont echter aan dat de bosolifant ook in Noordwest-Europa voorkwam gedurende koudere perioden.

Uiterlijk

De bosolifant kon een schouderhoogte van 370 cm bereiken. Zo'n grote stier had dan slagtanden van zeker 240 cm.

Leefwijze

De bosolifant gaf de voorkeur aan een parklandschap. Hij dankt zijn (Nederlandse) naam aan het bosachtige landschap gedurende de interglacialen. De Engelse naam is gebaseerd op de nauwelijks gebogen slagtanden (straight-tusked elephant). De Nederlandse naam is dan ook niet gelukkig gekozen, want er leeft in Afrika tegenwoordig ook een bosolifant (Loxodonta cyclotis).

 

De bijna rechte slagtanden van de bosolifant konden worden gebruikt als hefboom om de bomen te ontwortelen en om te gooien, zodat hij makkelijk bij de bovenste bladeren, twijgen en vruchten van de verder kaalgegeten boom kon komen. Het skelet wordt gekenmerkt door robuuste en massieve botten. Het gebit van de bosolifant heeft een kenmerkend glazuurpatroon met een ruitvormige dwarsdoorsnede van de lamellen. Het aantal lamellen is beperkt, wat net als bij de zuidelijke mammoet erop duidt dat de bosolifant vooral een bladeter was. Verder worden de kiezen gekenmerkt doordat ze betrekkelijk smal zijn. Het gebit laat niet zo'n duidelijke ontwikkeling zien als dat van Mammuthus-soorten. Gedurende 500.000 jaar vertoont het nauwelijks aanpassingen. Dit komt waarschijnlijk omdat de dieren vasthielden aan dezelfde biotoop, maar op basis van de hoogkronige kiezen kan worden aangenomen dat grassen ook een belangrijk deel uitmaakten van het dieet.

Geografische verspreiding

Het leefgebied van de bosolifant strekte zich uit van Europa tot in West-Azië. Tijdens de ijstijden leefde hij in meer zuidelijke regionen. Er zijn weinig complete skeletten gevonden. In Aveley in Engeland is een fraai skelet gevonden. Het bijzondere aan deze vondst was dat direct bovenop de bosolifant een skelet van een wolharige mammoet werd aangetroffen. Het is echter niet duidelijk of beide samen op deze plaats voorkwamen. Ook in het Boven-Rijngebied en in Neumark-Nord, in Duitsland en nabij Rome in Italië zijn skeletten aangetroffen van de bosolifant. De meest noordelijke vindplaatsen liggen in Polen en Denemarken.

Voorkomen in de tijd

De bosolifant leefde in Eurazië gedurende het Midden- en Laat-Pleistoceen. Uit het Vroeg-Pleistoceen zijn uit ons land geen vondsten bekend. Omdat de bouw van de kiezen op een zelfde dieet wijst als dat van de zuidelijke mammoet, zouden deze twee olifantachtigen elkaar vermoedelijk hebben weggeconcurreerd als ze samen zouden voorkomen. Vermoedelijk is de bosolifant aan het begin van het Midden-Pleistoceen in Eurazië verschenen. De mammoeten vertoonden toen al sterke aanpassingen aan het leven als grazer, waardoor een ecologische niche voor de bladetende bosolifant ontstond.

 

De bosolifant kwam tot in het Laat-Pleistoceen voor in Nederland. In Raalte is een kies gevonden van ongeveer 32.500 jaar oud. In Isernia la Pineta in Zuid-Italië zijn waarschijnlijk de vroegste fossielen van de bosolifant in Eurazië aangetroffen. Hier zijn sporen van menselijke bewoners samen met begeleidende fauna aangetroffen; deze zijn gedateerd op 736.000 jaar oud.

Evolutionaire verwanten

Aanvankelijk ging men ervan uit dat de zuidelijke mammoet, die toen in het geslacht Elephas geplaatst was, de voorouder van de bosolifant was. Inmiddels is duidelijk dat de bosolifant niet verwant is aan de mammoeten. Gedurende het Pleistoceen hebben er vier olifanten in Europa geleefd die twee evolutionaire lijnen representeren. Drie van deze olifanten behoren tot de mammoetlijn, terwijl de bosolifant de andere lijn representeert. Onderzoeker Maglio meende dat de voorouder van de bosolifant de Oost-Afrikaanse E. recki is uit het Vroeg-Pleistoceen. Hij gaf de Europese en Aziatische bosolifant dezelfde naam, E. namadicus. Tegenwoordig wordt E. namadicus gebruikt voor de eveneens uitgestorven Aziatische bosolifant en E. antiquus voor de Europese bosolifant.

Vindplaatsen in Nederland

In Nederland worden van bosolifanten voornamelijk kiezen en kiesfragmenten gevonden. Enkele vindplaatsen van kiezen zijn de Maasvlakte, Neede, Rhenen, de Belvédèregroeve in Maastricht en de Zuidelijke Bocht van de Noordzee. In de monding van de Westerschelde is een zeer grote, halve kaak opgevist. Naast deze kaak is ook een schedelfragment van het Pleistocene nijlpaard (Hippopotamus incognitus) opgevist. Dit nijlpaard en de bosolifant zijn kenmerkende soorten voor interglacialen. Er zijn dan ook meerdere vindplaatsen, zoals Giesbeek en Haerst, waar beide soorten voorkomen.

 

- Dennis van den Berge, Naturalis

  • Athanassiou, A., 2000. Presence of fossil elephants in the area of penios valley (NW Peloponnesus, Greece). - Annales Geologiques des Pays Helleniques 38C: 63-76.
  • Göhlich, U. B., 2000. On a pelvis of the straight-tusked elephant Elephas antiquus (Proboscidea, Mammalia) from Binsfeld near Spreyer (Rhineland-Palatinate, Germany). - Paläontologische Zeitschrift 74: 205-214.
  • Jong, T. de, 1998. Topstukken uit de diepte: prehistorische dierresten uit Noord-Brabant. - Cranium 15(2): 84-110.
  • Mol, D., G. D. van den Bergh & J. de Vos, 1999. Fossil proboscideans from The Netherlands, the North Sea and the Oosterschelde Estuary. - Deinsea 6: 119-146.
  • Mol, D. & H. van Essen, 1992. De Mammoet: sporen uit de IJstijd. - BZZToH, Den Haag. 139p.
  • Mol, D., J. de Vos & L. van den Hoek Ostende. Zoogdieren van Nederland gedurende de IJstijd (in prep.).

Auteurs

  • Dennis van den Berge

Meer zoogdier beschrijvingen