Een onderdeel van de geologie is petrologie, de wetenschap die zich bezighoudt met gesteenten. Waaruit zijn ze samengesteld en hoe zijn ze ontstaan? Dat zijn vragen die in de petrologie gesteld worden. Nederland is op dit gebied niet erg interessant voor wetenschappers. Wat wel kenmerkend is voor ons land, is dat we veel zwerfstenen hebben. Die zijn door gletsjers in de ijstijd meegenomen naar ons land.
Iemand die hier erg veel van weet, is Jelle de Jong (68) uit het Friese Drachten. Zijn hobby is het verzamelen en bestuderen van zwerfstenen. Door de jaren heen heeft hij een omvangrijke collectie opgebouwd: ruim 1500 stenen heeft hij al verzameld.
"Het is al heel vroeg begonnen. Vroeger woonde ik op een boerderij in een dorpje boven Leeuwarden.
Eens in de zoveel tijd werd het erf bestrooid met grind. Als het weer zo ver was, lag ik op mijn knieën mooie steentjes uit te zoeken."
De Jong gaat zelf op zoek naar de stenen. Zeker toen ze in de buurt van zijn woonplaats Drachten de A7 gingen aanleggen, kwamen er veel stenen uit de bodem naar boven. "Die zandzuiger lag in een zandwinput bij Nij Beets, een plaats hier dicht in de buurt. Voor de nieuwe snelweg hadden ze veel zand nodig, en bij het omhooghalen daarvan kwamen ook veel stenen mee. Dus ik ging daarheen om stenen te zoeken." Vaak vind je bij zo'n opgraving niets, of in ieder geval niets bijzonders. Maar je blijft op zoek naar die speld in de hooiberg. "Ik vergelijk het wel eens met vissen, vissers gooien hun vis aan het eind van de dag terug, het gaat echt om de spanning van ‘wat vang ik vandaag?' Zo is het met zwerfstenen zoeken ook, er één hebben is mooi, er één vinden is mooier, maar het zoeken is het allermooist!"
De zwerfstenen die in Nederland te vinden zijn, komen allemaal uit Scandinavië. Ze zijn uit hun verband gerukt, losse voorwerpen die door ijs werden meegevoerd naar ons land. Het is de kunst om de herkomst van die stenen te bepalen. Dat is niet zo moeilijk als dat herkomstgebied enkele honderden vierkante kilometers groot is, dan heb je veel kans dat je die stenen hier vindt. Maar er zijn ook stenen waarbij het moedergesteente maar een gangetje van een halve meter breed en honderd meter lang is. De uitdaging is om een steen te vinden met zo'n klein herkomstgebied, maar daar doe je soms 30 jaar over. En soms vind je hem helemaal niet.
De Jong heeft geluk gehad: hij heeft wel een keer een hele bijzondere vondst gedaan; een hele zeldzame steen waarvan iedereen dacht dat die in Nederland nooit gevonden zou worden, bleek al in zijn collectie te zitten!
Een steen vinden is één ding, maar wat doe je er daarna mee? Hoe zorg je dat je een goede collectie krijgt?
"Als ik het veld in ga, ben ik op zoek naar stenen waarvan de herkomst bekend is of waarvan ik die kan achterhalen. Soms weet ik het meteen, soms moet ik hem thuis nog onderzoeken. Dan zaag ik de steen doormidden en bekijk ik hem beter onder de binoculair. Ook heb ik handboeken die ik erop na kan slaan en ik gebruik ook gesteentemonsters uit de herkomstgebieden. Op Schokland bijvoorbeeld ligt een grote collectie monsters door amateurs die zijn verzameld in Scandinavië. Daar kan ik de vondst dan mee vergelijken." Als hieruit blijkt dat het zinvol is om te steen te bewaren, wordt hij gepolijst, beschreven en gefotografeerd en dan komt hij in de collectie.
De laatste tijd zijn er in Nederland weinig stenen meer te vinden. Bij zandzuigerijen gebruiken ze tegenwoordig namelijk roosters om de stenen op de bodem te houden. Noord-Duitsland, in de buurt van Hamburg, en ook de Oostzeestranden zijn goede alternatieven. "Daar ga ik wel vaak samen met iemand naartoe. Dat is gezelliger en je kunt ook nog eens overleggen. Met z'n tweeën stenen zoeken gaat prima, met z'n drieën is niks. Je kunt een steen namelijk wel doormidden zagen zodat je alle twee een mooi stuk hebt, maar door drieën is minder. Dan wordt het meer een wedstrijd: ‘wie vindt als eerst de mooiste steen'. Daar doe ik niet aan mee."
Er is ook een vereniging op het gebied van geologie: de Nederlandse Geologische Vereniging (NGV). "Daar ben ik lid van. Ze organiseren cursussen, tentoonstellingen en ze geven een eigen blad uit. Voor die tentoonstelling wordt mijn collectie wel eens gebruikt. Eens in de twee jaar is het thema ‘zwerfstenen' en dan richt ik samen met iemand anders een stand in. Wij kiezen dan binnen ons onderwerp ook weer een thema. Zo hadden we een tijdje geleden voor de aardigheid eens ‘gewoon mooie' stenen tentoongesteld in plaats van stenen waarvan de herkomst bekend was. Want als je in het veld een mooie steen tegenkomt, kan je die toch niet laten liggen, ook al weet je niet meteen of de herkomst wel te achterhalen is. Verder heb je ‘De vrienden van Schokland' uit de Noordoostpolder, dat zijn mensen die eens in de maand bij elkaar komen om stenen te bestuderen. Daar ben ik ook lid van."
Zwerfstenen zijn niet echt lucratief; er zijn bijvoorbeeld geen beurzen in zoals bij mineralen. "Een beurs veronderstelt handel. Maar handel in zwerfstenen bestaat niet, er worden dus ook geen beurzen voor georganiseerd. Er zijn wel geologen die naast hun werk het verzamelen van zwerfstenen als hobby hebben en daar hun wetenschappelijke kennis dan ook op toepassen. Je krijgt dan een soort grensgebied, want waar stopt het werk en begint de hobby en andersom? "Een vriend van mij uit Heemskerk, Jaap Zandstra, was geoloog bij de Rijksgeologische Dienst. Met hem heb ik veel zogenaamde zwerfsteentellingen gedaan. Dat houdt in dat je via een bepaalde formule gaat uitdrukken op welke plaats de zwerfstenen waar vandaan komen.
Het maakt heel veel uit of je nou in Drachten zwerfstenen zoekt en verzamelt of dat je dat doet in Emmen op de Hondsrug. Je vindt dan veel verschil in herkomstgebied. In Drachten komen de stenen vrijwel allemaal uit Zuid-Zweden en in Emmen komen ze vrijwel allemaal uit Finland en de Oostzee.
Door te tellen, percentages uit te rekenen en een formule toe te passen, kun je in één oogopslag zien waar de stenen in een bepaald gebied vooral vandaan komen. Dat is dus ook min of meer wetenschappelijk. Zandstra is daarmee begonnen toen hij beroepsgeoloog was en hij is daar later als hobby mee doorgegaan." Zo is de grens tussen hobby en wetenschap dus redelijk vaag.
Met zwerfstenen je brood verdienen, dat gaat niet. Maar het is natuurlijk wel een hele leuke hobby. Als je interesse hebt in zwerfstenen, kun je het best bij een vereniging gaan (de NGV bijvoorbeeld) en zo contacten leggen met ervaren verzamelaars. Zij kunnen je dan op weg helpen bij het opzetten van een eigen verzameling. Ook is het raadzaam om veel boeken over zwerfstenen te lezen. De eerder genoemde Jaap Zandstra bijvoorbeeld heeft een hele mooie platenatlas gemaakt met heel veel foto's erin. "Dat is een uitstekend boek om mee te beginnen!"
Een echte opleiding tot zwerfsteendeskundige bestaat dus ook niet. Ook als je aardwetenschappen gaat doen, weet je niet automatisch alles over zwerfstenen. Als je geïnteresseerd bent moet je je er echter vooral niet van laten weerhouden om een eigen verzameling te starten.
Je kunt je ook op andere manieren met gesteenten bezighouden. Bijvoorbeeld petrologie, dat is een afdeling van de geologie die zich richt op de samenstelling van gesteenten en de manier waarop deze gesteenten zijn ontstaan. Om dat goed te kunnen onderzoeken, heb je echter de oorspronkelijke plaats van voorkomen nodig. Petrologen werken dan ook voornamelijk in het buitenland. In ons land is er voor hen niet zoveel te halen, maar op het gebied van zwerfstenen des te meer!
Kijk ook eens op de site van de Nederlandse Geologische Vereniging. Dit is een vereniging voor geïnteresseerden in geologie. Ze hebben ook een eigen blad: Grondboor & Hamer.
- Marissa Driesprong, Naturalis
Website Digitaal zwerfstenenmuseum
Website Geologisch Museum Hofland
Website Gesteentetuin Schokland