Lopen door de ondergrondse gangen van de Sint-Pietersberg is lopen over een vroegere zeebodem, of eigenlijk er doorheen. Iets wat mensen zich waarschijnlijk niet zo snel realiseren, maar het is wel een intrigerend gegeven. Wat de papieren archieven voor historici zijn, zijn de fossielen voor paleontologen en geologen: ze vormen het bronnenmateriaal voor onderzoek.
De kalksteen van de Sint-Pietersberg vormt een archief in kalksteen van het leven in het Laat-Krijt, zo'n 80-65,5 miljoen jaar geleden. Overal om je heen, in het plafond boven je hoofd, onder je voeten en naast je in de wanden, zijn overblijfselen van vroeger zeeleven te vinden: fossielen in allerlei vormen en maten. Vaak zo goed als onzichtbaar maar aanwezig, herinneringen aan dieren en planten uit een zee van lang geleden.
Fossielen kunnen op op allerlei manieren aangetroffen worden: van helemaal compleet tot nog maar een klein stukje. De foto's in de slideshow zijn daar een goed voorbeeld van. Het is vaak lastig je het dier bij het fossiel voor te stellen, zeker als je geen 'fossieloloog' bent. Om toch een idee te geven hoe de Krijtfossielen er in levenden lijve hebben uitgezien zijn er illustraties gemaakt. De meeste fossielen op de foto's in de slideshow komen ook als illustratie in het betreffende artikel terug. Zo kan er een vergelijking gemaakt worden tussen het materiaal waar een paleontoloog mee moet werken en het oorspronkelijke dier. De wetenschappelijke namen op de labels bij de foto's kunnen enigszins afwijken van de namen die op dit moment gebruikt worden. Paleontologen passen deze in de loop van de tijd nogal eens aan.
Onderaan deze pagina volgt een overzicht van fossielen die in de Sint-Pietersberg zijn gevonden. Het is lang niet compleet want er valt nog veel te onderzoeken. Daarnaast zijn niet alle gevonden soorten in dit overzicht opgenomen. Ook de hele grote maten zoals de Mosasaurus, de zeeschildpadden en de vissen komen niet aan bod.
De illustraties in de artikelen over de fossielen uit de Sint-Pietersberg zijn tot stand gekomen in samenwerking met S.K. Donovan a, R.W.J.M. van der Ham a, John W.M. Jagt b, Jacob Leloux a en Paul D. Taylor c. Ze zijn gemaakt door Inge Van Noortwijk, wetenschappelijk illustrator bij Naturalis Biodiversity Center.
Er is getracht aan de hand van beschikbaar fossiel materiaal en gepubliceerde onderzoeksgegevens tot een zo betrouwbaar mogelijke reconstructie te komen. Hoe zouden de fossielen er ‘in het echt' in hun natuurlijke leefomgeving uit hebben gezien? Per fossiel is door Carla Janssen informatie verzameld aan de hand waarvan een voorlopige illustratie is gemaakt. Deze illustratie is door (één van de ) bovengenoemde wetenschappers beoordeeld en vervolgens is er, al dan niet met aanvullende gegevens, een definitieve versie van gemaakt. Soms waren zelfs meerdere voorlopige versies nodig voordat iedereen tevreden was. De koralen, met name Moltkia minuta, waren niet makkelijk. Ook de bryozoën leverden de nodige problemen op, om een paar voorbeelden te noemen. Er is bewust gekozen voor een uitvoering in zwart/wit aangezien kleur een vraagstuk apart zou hebben gevormd.
De afgebeelde planten zijn Thalassocharis bosquetii, een veel voorkomende zeegrassoort uit het Laat-Krijt van Zuid-Limburg en Mosacaulis spinifer, een primitieve wolfsklauwachtige.
Mosacaulis spinifer is pas heel recent, najaar 2011, door paleobotanici van Naturalis Biodiversity Center beschreven. Mosacaulis spinifer is aangetroffen in het Laat-Krijt van Zuid-Limburg in combinatie met zeegrassen en mariene fauna. Volgens de onderzoekers zijn er op de vindplaats verder geen aanwijzingen gevonden van materiaal ‘van het land', planten, sediment of palynomorf. Hierop afgaande is volgens hen Mosacaulis spinifer hoogstwaarschijnlijk een plant uit een volledig marien milieu. Raymond van der Ham heeft toestemming gegeven voor het gebruik van de reconstructietekening van Mosacaulis spinifer die door het Nationaal Herbarium Nederland, Leiden is gemaakt en heeft aanwijzingen verstrekt op het gebied van mariene planten. Daarnaast zijn ook Phoronida (hoefijzerwormen) en Tunicata (manteldieren) in de illustraties te zien, diertjes die tot de natuurlijke leefomgeving van de beschreven fossielen behoorden.
a Naturalis Biodiversity Center Leiden.
b Natuurhistorisch Museum Maastricht
c Natural History Museum Londen
Carla Janssen, Naturalis 2012
Brachiopoden lijken oppervlakkig gezien op tweekleppigen, bivalvia, maar zijn geen familie. Ze vormen een aparte groep schelpdieren, waarvan de meeste soorten... Lees meer»
Bryozoa zijn heel kleine diertjes, niet groter dan een halve millimeter, die in kolonies leven. Ze kunnen zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voortplanten,... Lees meer»
Geleedpotigen (arthropoda) vormen een grote groep die als kenmerk heeft dat lichaam en/of poten geleed zijn, wat inhoudt dat ze uit verschillende segmenten... Lees meer»
Ook koralen kwamen in de Zuid-Limburgse Krijtzee voor, zowel octokoralen als steenkoralen. Koralen gedijen alleen in warme en schone zeeën waar ze vastgehecht... Lees meer»
Tot de groep van stekelhuidigen behoren zee-egels, zeesterren, zeelelies, slangsterren en zeekomkommers. Het woord Echinodermata is afgeleid uit het Grieks en... Lees meer»
Weekdieren ofwel mollusca vormen een uitgebreide en heel gevarieerde groep. Sommige leven op of (gedeeltelijk) in de zeebodem, al dan niet vastgehecht; andere... Lees meer»