Geologie van Nederland
is een initiatief van

Cambrium

488,3 - 542 miljoen jaar geleden

Heeft hier een zee gelegen, bevolkt door vreemd gevormde kreeftachtigen, trilobieten en grote sponzen? We weten het niet zeker. Van Nederland in het Cambrium weten we zo goed als niets zeker! Gesteenten uit dit tijdperk liggen zó diep dat we ze nog niet hebben aangeboord. Om ons een beeld te vormen zijn we aangewezen op gesteenten in ons omringende landen. De fossielen daarin vertellen dat Nederland vermoedelijk bedekt was door een gematigd warme zee die werd bewoond door een soortenrijke fauna. Zwerfsteenfossielen uit Noord-Nederland lichten een tipje op van de sluier van de Cambrische zee.

De wereld van het Cambrium

Alle diergroepen die we heden ten dage nog kennen zijn al tijdens het Cambrium ontstaan. In de wereldzeeën vond dankzij een ongekende radiatie uit simpele oervormen een ware explosie aan leven plaats. Inmiddels weten we dat sommige typen organismen al eerder aanwezig waren, maar nog geen harde, fossiliseerbare delen hadden. In Cambrische gesteenten vinden we de oudste kreeftachtigen, koralen, weekdieren en ook de vroegste voorlopers van de gewervelde dieren. Het land was kaal, want meercellig landleven had zich nog niet ontwikkeld. Er leefden hoogstens bacteriën in poeltjes. De atmosfeer bevatte nog relatief weinig zuurstof. Omdat er nog weinig zuurstof in de lucht was, waren ook ozonconcentraties (O3), die samenhangen met de zuurstofconcentratie, laag. Omdat ozon ultraviolette straling van de zon tegenhoudt, was een verblijf buiten het beschermende zeewater daarom onaangenaam.

 

Tijdens het Cambrium was het supercontinent Pannotia, dat vrijwel op de Zuidpool lag, uiteengevallen. De losgebroken kleinere continenten bewogen richting de evenaar. In het algemeen heerste er een aangenaam klimaat. Er waren vermoedelijk geen ijskappen op de polen.

Waar lag Nederland op de wereldbol?

Nederland lag op de noordkant van het kleine continent Avalonia en tijdens het Cambrium nog ergens rond de zestig graden zuiderbreedte. Ook Avalonia schoof in de loop van het Cambrium langzaam naar het noorden.

Nederland in het Cambrium

Op grond van Cambrische gesteenten uit ons omringende landen vermoeden we dat Nederland tijdens het Cambrium bedekt is geweest door zee. In de buurt van Brussel en in de Ardennen zijn Cambrische fossielen uit zeebodems gevonden. Ook weten we dankzij dergelijke fossielen dat zuidelijk Scandinavië in zee lag. Maar was de veronderstelde Nederlandse zee diep en donker? Of juist ondiep en licht? Zaten we ver weg in zee of dicht in de buurt van land? Was het water koud of warm, met veel of weinig zout? We weten het niet, althans niet met zekerheid.

Klimaat

In het Cambrium lag ons land ter hoogte van Argentinië. Uit Scandinavische fossielen, waaronder die van koraalachtigen, leiden we af dat onze omgeving vermoedelijk een gematigd tot subtropisch klimaat heeft gehad.

Leven

We hebben geen rechtstreeks bewijs van het Cambrische leven in Nederland in de vorm van fossielen uit ontsluitingen of boringen. Dankzij fossielen die in de voorlaatste ijstijd met het landijs als zwerfstenen naar ons land zijn gebracht, weten we echter dat de zee bevolkt werd door trilobieten (een soort zeepissebedden), brachiopoden (armpotigen), zeer vreemde stekelhuidigen en andere ongewervelden. Ook zwommen er de eerste primitieve (kaakloze) vissen rond. Veel dieren ontwikkelden harde lichaamsdelen (chitinepantsers en schelpen), waardoor ze makkelijker konden fossiliseren.

Afzettingen en geofenomenen uit het Cambrium

Afzettingen uit het Cambrium zijn vrijwel zeker in de Nederlandse ondergrond aanwezig, maar liggen veelal op kilometers diepte. Relatief dicht bij ons in de buurt (in België en Duitsland) kom je Cambrische gesteenten immers op verschillende plaatsen aan het oppervlak tegen. De dichtstbijzijnde Cambrische gesteenten vinden we in dalen in de buurt van Brussel en in de Ardennen. Gelukkig zijn in Noord-Nederland enkele Cambrische fossielen gevonden in zwerfstenen uit Scandinavië die een tipje van de sluier oplichten over het leven destijds. Zwerfstenen van sedimentaire oorsprong in de keileem op de Hondsrug in Groningen en Drenthe bevatten soms trilobieten.

Delfstoffen

Omdat Cambrische afzettingen te diep in de ondergrond liggen, hebben we ze nooit verkend op het voorkomen van delfstoffen. Zwerfstenen, waaronder die uit het Cambrium, zijn in het verleden in Noord-Nederland gebruikt voor het aanleggen van onder andere vloertjes in huizen en soms ook om dijken te verzwaren.

 

Frank Wesselingh en Lars van den Hoek Ostende, Naturalis