Geologie van Nederland
is een initiatief van

Precambrium

542 miljoen - 4,6 miljard jaar geleden

Vreemde slijmerige steenklompen in een ondiepe, heldere zee. Kaal land aan de horizon. De aarde, zonneklaar. Maar dan een lege aarde. Het Precambrium beslaat de eerste vier miljard jaar van de aardgeschiedenis. Maar van Nederland in het Precambrium weten we niets. We weten niet wanneer de aardkorst onder Nederland is ontstaan of waar ons gebied in de vier miljard jaar die het Precambrium duurde heeft gelegen en of er zee was, of land, of ijs. Het ontstaan van Nederland is in een dikke mist gehuld.

De wereld van het Precambrium

Het Precambrium beslaat 88% van de aardgeschiedenis. In deze beginperiode werd de aarde gevormd, kwam het eerste eencellige leven tot bloei en ontstonden de voorlopers van alle huidige levensvormen. Het is een tijd waarin continenten verschenen en weer verdwenen en de aarde mogelijk meerdere malen bijna helemaal bevroor tot een harde ijsbal. In warme kuststreken vormden oerbacteriën gelaagde kalkklompen. Deze stromatolieten zijn wereldwijd in Precambrische gesteenten te vinden.

 

De aarde is zo'n 4,6 miljard geleden samen met de rest van ons zonnestelsel ontstaan uit samenklontering van een gigantische gaswolk. Dat was ongeveer negen miljard jaar na de oerknal. De gaswolk was het resultaat van een supernova, een uitelkaargespatte oude ster. Door de enorme hoeveelheid energie die tijdens deze explosie vrijkwam zijn de zware elementen (zoals lood en uranium) uit fusie ontstaan. In de beginfase van het Precambrium, het Hadeïcum (ook wel bekend als helletijd: 4,6-3,8 miljard jaar geleden), stond de aarde bloot aan hevige meteorietbombardementen van rondzwervend 'ruimtepuin' en kleine planeten. De grootste treffer aan het begin van het tijdvak leidde tot het uiteenvallen van de vroege aarde in onze huidige aarde en de maan.

 

Het oppervlak en de atmosfeer waren heel anders dan nu. Door het ontbreken van zuurstof vond er geen oxidatie plaats en mogelijk was het oppervlak van landmassa's daardoor wit gekleurd. Tijdens het Archaïcum (3,8-2,5 miljard jaar geleden) ontstonden de eerste continenten. In de Precambrische oceanen ontstond al snel na het einde van de Hadeïcum het eerste eencellige leven. Leven op het land was er nog niet. De aarde zou destijds een vijandige omgeving zijn geweest voor mensen: heet, nauwelijks beschermd door een atmosfeer en vrijwel zonder zuurstof. Ook de hoge ultraviolette straling zorgde ervoor dat landleven geen schijn van kans maakte.

 

Geologen denken dat tijdens het Archaïcum vooral microcontinentjes bestonden, die afwisselend botsten, opbraken, enzovoort. Omdat er van dergelijke microcontinentjes nog maar een paar over zijn, is die vroege geschiedenis bijzonder moeilijk te achterhalen. Tijdens de laatste fase van het Precambrium (het Proterozoïcum: 2,5 miljard - 542 miljoen jaar geleden) kwam de huidige plaattektoniek met grote continenten op gang, gestuurd door veranderingen in de aardmantel. Ligging en omvang van continenten in het Proterozoïcum worden internationaal bestudeerd. Dit is een lastig detectivewerk en onderzoekers gebruiken daarom een heel scala aan methoden. Dankzij het onderzoek is in de afgelopen twintig jaar bekend geworden dat er vroeger heel andere continenten waren dan nu. Het Proterozoïcum heeft een lange geschiedenis van vorming van continenten die opbreken, botsen, weer opbreken, enzovoort. Veel gesteenten uit die tijd zijn in de mantel of onderkorst geduwd en opnieuw gesmolten, of overdekt door sedimenten. Toch weten we door alle ‘puzzelstukjes' te combineren dat aan het einde van het Precambrium bijna alle continenten waren samengeklonterd en rond de Zuidpool lagen.

 

In het Proterozoïcum veranderde de atmosfeer: door de activiteit van eencellige groenalgen in zee liep de concentratie zuurstof in de lucht op. Al vrij snel erna ontwikkelden zich meercellige organismen. Er zijn verschillende ijstijden geweest, waarvan enkele aan het einde van het Precambrium zo heftig waren dat gletsjers tot in de buurt van de evenaar kwamen. In diezelfde periode ontwikkelde zich in vrij korte tijd een grote hoeveelheid meercellige levensvormen. Hoewel deze geen harde skeletten hadden zijn op verschillende plaatsen afdrukken van deze dieren teruggevonden. Alles bij elkaar geven ze een vrij gedetailleerd beeld van het toenmalige leven.

Nederland in het Precambrium

Precambrische gesteentes zijn niet aangetoond in de Nederlandse ondergrond. Het is mogelijk dat ze er niet zijn, of zo diep liggen dat we nooit zullen weten of ze er zijn. In onze buurlanden komen Precambrische gesteenten maar nauwelijks voor. Wel vinden we ze aan de oppervlakte in grote delen van Schotland en Scandinavië.

 

Toch is er bij ons ook Precambrium te vinden, zelfs aan de oppervlakte. Veel van de zandkorrels in Nederlandse gesteenten zijn namelijk afbraakproducten van gesteenten die al in het Precambrium zijn gevormd en door de geologische geschiedenis zijn 'hergebruikt'. Deze korrels hebben voorheen gezworven door ons omringende gebieden. De gemiddelde Nederlandse zandkorrel is maar liefst twee miljard jaar oud!

Ook het merendeel van de zwerfstenen in Noord-Nederland heeft een Precambrische ouderdom. Ze zijn diep in de aardkorst in Scandinavië gevormd en met het landijs tijdens het Midden-Pleistoceen naar ons land gevoerd.

Delfstoffen

We hebben weliswaar geen Precambrische gesteenten in de ondergrond maar toch zijn in ons land delfstoffen van Precambrische oorsprong te winnen. Veel van de zwerfstenen die in de voorlaatste ijstijd vanuit Scandinavië met gletsjers naar Nederland zijn meegekomen hebben een Precambrische ouderdom. Zo zijn granieten en gneisen in Noord-Nederland in het verleden verzameld voor de aanleg van keienvloertjes, wegen, dijkversterking en grafmonumenten, zoals de hunebedden.

 

Frank Wesselingh en Leo Kriegsman, Naturalis