ZOEKEN

MEER ZOOGDIER BESCHRIJVINGEN

Bekijk alle zoogdier beschrijvingen in het overzichtNaar overzicht»

DWARSDOORSNEDEN

In Google Maps

Maak een doorsnede»

FOSSIELVONDSTEN

Fossielen op de kaart van Nederland

Bekijk de kaart»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Drieteenpaard

Hipparion sp.

Taxonomie

Klasse
Mammalia (zoogdieren)
Orde
Perissodactyla (onevenhoevigen)
Familie
Equidae (paarden)
Geslacht
Hipparion
Soort
Hipparion sp.

Karakterisering

Met Hipparion is de eerste stap gemaakt richting de moderne paarden. Door uit de moerasbossen te komen en op de vlakte te gaan leven, onderging het bouwplan van het paard een aantal drastische veranderingen. In plaats van op drie tenen te lopen voor meer grip op losse bodem, ging het drieteenpaard alleen nog op zijn middelste vinger lopen. Deze werd langer, waardoor het paard hoger op zijn benen stond. Hierdoor kon het drieteenpaard sneller lopen, wat op de vlakte belangrijk was om aan belagers te ontkomen. Schuilplaatsten ontbraken immers. Hoewel de wendbaarheid afnam door het lopen op een enkele teen, was dit op de vlakte geen probleem.

Uiterlijk

Kies (kauwvlak) Hipparion. Het protocon is niet vergroeid, zoals bij moderne paarden.

Het drieteenpaard was met een schofthoogte van maximaal 1,40 meter van bescheiden afmeting. In de loop van de tijd werden de kiezen hoogkroniger om de slijtage het hoofd te kunnen bieden, want het taaie gras van de vlakte was door de aanwezige silicaten moeilijk te vermalen. Door de grotere plooiing van het email op de kiezen ontstond er een groter maaloppervlak. De kiezen van het drieteenpaard leken daarmee al veel op die van moderne paarden. Het enige wat ze nog onderscheidt is een klein 'eilandje', het zogenaamde protocon, dat bij het drieteenpaard nog los staat van de rest, terwijl het bij moderne paarden vergroeid is.

Leefwijze

Waarschijnlijk graasde het drieteenpaard in kuddes op de vlakten, terwijl de voorouders nog bosbewoners waren. Met drie tenen hadden ze meer grip op de bosbodem. Met hun slanke poten konden ze snel vooruit komen. Dit heeft er waarschijnlijk ook voor gezorgd dat ze uiteindelijk zeer succesvol zijn geweest in hun verspreiding over de aarde.

Geografische verspreiding

Paarden, dus ook het drieteenpaard, komen oorspronkelijk uit Amerika. Hier evolueerden alle paardachtigen, waarna ze de rest van de wereld overtrokken. Tijdens het Laat-Mioceen is het drieteenpaard waarschijnlijk via de landbrug in het noordelijk Atlantisch gebied van Amerika naar Europa gekomen. Vandaaruit is de tocht naar Azië en Afrika gemaakt.

Voorkomen in de tijd

Het drieteenpaard is tijdens het Midden-Mioceen (16-12 miljoen jaar geleden) ontstaan en weer uitgestorven in het Midden-Pleistoceen (850.000-150.000 jaar geleden). Dit betekent dat het dier ruim vijftien miljoen jaar over de aarde heeft gezworven. In de tussentijd waren er ook andere paardensoorten ontstaan, maar blijkbaar was het drieteenpaard succesvol genoeg om naast deze dieren te overleven.

Evolutie

De directe voorouder van Hipparion is Merychippus, een paardachtig dier dat vooral qua formaat afweek. Merychippus, die zo'n 17 miljoen jaar geleden ontstond, was ongeveer een meter hoog. Tijdens galop raakten de buitentenen van dit dier de grond nog. De voorouder van Merychippus was Mesohippus, die ongeveer 32 miljoen jaar geleden leefde. Dit paardachtige dier was nog iets kleiner en maakte meer gebruik van de extra tenen. Na het uitsterven van het drieteenpaard tijdens het Pleistoceen is zijn plaats overgenomen door de modernere Equus, de grotere moderne paarden.

Vindplaatsen in Nederland

De eerste kies van het drieteenpaard is in een kleine zandwinning in Langenboom gevonden door een medewerker van het zandwinningsbedrijf. Verder zijn er in Nederland weinig vondsten van dit bijzondere dier. Toch worden soms ook kiezen gevonden langs de Maasvlakte.

 

- Erik Rotteveel, Naturalis

Meer informatie

»

Grzimek, B., 1972. Het leven der dieren. - Het Spectrum, Utrecht. 679p.

»

Mol, D., 1992. De vondst van de maand: het drietenige paard uit Nederlandse bodem. - Cranium 9(1): 41.

Auteurs

  • Erik Rotteveel

Meer zoogdier beschrijvingen