ZOEKEN

MEER ZOOGDIER BESCHRIJVINGEN

Bekijk alle zoogdier beschrijvingen in het overzichtNaar overzicht»

DWARSDOORSNEDEN

In Google Maps

Maak een doorsnede»

FOSSIELVONDSTEN

Fossielen op de kaart van Nederland

Bekijk de kaart»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Bosneushoorn

Stephanorhinus kirchbergensis

Taxonomie

Klasse
Mammalia (zoogdieren)
Orde
Perissodactyla (onevenhoevigen)
Familie
Rhinocerotidae (neushoorns)
Geslacht
Stephanorhinus
Soort
Stephanorhinus kirchbergensis

Karakterisering

De bosneushoorn is de grootste van de vier neushoornsoorten die in Nederland hebben geleefd. Met zijn lange poten liep hij door bossen en parklandschapachtige omgeving, maar ook op savannes. Hij leefde hier in warme periodes tussen de ijstijden (interglacialen). De bosneushoorn was de vaste begeleider van de bosolifant, zoals de wolharige neushoorn dat was van de wolharige mammoet.

Uiterlijk

De bosneushoorn was een zeer groot dier. De stieren werden bijna net zo groot als een Aziatische olifant en die kunnen tot drieëneenhalve meter hoog worden. Het skelet van de bosneushoorn lijkt wel wat op de nog leven Sumatraanse neushoorn (Dicerorhinus sumatrensis), een kleine neushoorn die alleen nog hier en daar in de bossen van Sumatra, Borneo en Maleisië leeft. De bosneushoorn had een dikke huid die, mogelijk net als bij de Sumatraanse neushoorn, uit twee delen leek te bestaan: een flap over nek en schouders en een flap over de romp. De bosneushoorn had lange poten en hield de kop horizontaal. Op de neus zaten twee hoorns die, net als bij zijn verwanten, bestonden uit keratine. Omdat keratine veel sneller vergaat dan botten, zijn er nooit hoorns gevonden. Wel weten we dat de hoorns niet al te groot waren. Dat wordt afgeleid uit het niet geheel verbeende neustussenschot. Zowel mannetjes (stieren) als vrouwtjes (koeien) hadden twee hoorns. De stieren waren over het algemeen wat groter.

Leefwijze

De bosneushoorn was een strikte vegetariër: hij at planten en blaadjes. Dat hij geen grazer was blijkt uit zijn lange poten en de horizontaal staande kop. Ook de bouw van het gebit bevestigt dit. Door zijn lengte kon hij gemakkelijk met zijn kop, die al 'in de goede richting' stond, bij blaadjes en takken van planten die hoger groeiden. Zo kon hij voedsel bereiken waar veel andere dieren niet bij konden. Net als de neushoorns van nu was hij een solitair dier dat door de bossen op zoek ging naar voedsel. Uiteraard kwamen de neushoorns wel bij elkaar in de paartijd. De koeien hielden hun kalfjes nog een tijdje bij zich. Dankzij hun formaat hadden de bosneushoorns geen last van roofdieren. Overigens is het niet bekend of de bosneushoorns net zo agressief waren als hun huidige verwanten, maar ze konden vermoedelijk wel net zo hard rennen. Ongetwijfeld vielen zwakke exemplaren en kalfjes ten prooi aan grote roofdieren. Opgravingen in Duitsland laten zien dat de bosneushoorn één van de favoriete prooien was van de vroege mens.

Geografische verspreiding

De bosneushoorn kwam voor in warme delen van Azië en in het zuiden en midden van Europa, dus ook in Nederland. In een vochtige periode in het Laat-Pleistoceen trok de soort ook Noord-Afrika binnen. Als er een ijstijd aanbrak, trok hij zich terug naar warme gebieden waar nog volop voedsel te vinden was.

Voorkomen in de tijd

De bosneushoorn leefde in het Vroeg-, Midden- en Laat-Pleistoceen. In Duitsland zijn botten gevonden uit het Eemien, de periode voor de laatste ijstijd, zo'n 115.000 jaar geleden. Aangenomen wordt dat de soort tijdens de laatste ijstijd te weinig leefgebied overhield om de populatie in stand te houden. In Nederland zijn resten gevonden van 1,6 miljoen tot 250.000 jaar oud.

Evolutie

De bosneushoorn is lange tijd ingedeeld in het geslacht Dicerorhinus, de halfpantserneushoorns, hetzelfde geslacht als de Sumatraanse neushoorn. Uiteindelijk is besloten om toch een apart geslacht te kiezen (Stephanorhinus). Waar de bosneushoorn precies vandaan komt is niet helemaal duidelijk, maar men denkt dat soort afstamt van een groep Etruskische neushoorns die leefden in Azië. In Azië evolueerde de Etruskische neushoorn. Zijn afstammeling, de bosneushoorn, is vervolgens Europa ingetrokken.

Vindplaatsen in Nederland

Resten van de bosneushoorn zijn bij ons vrij zeldzaam. Er zijn kiezen opgegraven in een kleigroeve bij Neede en er is een hielbeen gevonden in de buurt van Rhenen. Complete skeletten zijn in ons land niet gevonden. In Duitsland wél. Ook in Tegelen is een compleet bovenkaakgebit gevonden, maar het is niet duidelijk of deze toebehoort aan de bosneushoorn. Tenslotte is in een zandwinput in Raalte een extreem groot middenhandsbeen opgebaggerd dat mogelijk van de bosneushoorn was.

 

- Hendrik van der Bij, Naturalis

Meer informatie

»

Klein, R. G. & P. S. Martin, 1984. Quarternary extinsions: a prehistoric revolution. - University of Arizona Press, Tucson (USA). 892p.

»

Kurtén, B., 1968. Pleistocene mammals of Europe. - Weidenfeld and Nicolson, London. 317p.

»

Mol, D., A. Oosterbaan & J. de Vos, 2004. De wolharige neushoorn: een dier van de mammoetsteppe. - Neushoorn Stichting Nederland, Leiden. 32p.

»

Mol, D., J. de Vos & L. van den Hoek Ostende. Zoogdieren van Nederland gedurende de IJstijd (in prep.).

»

Website Wikipedia 

Auteurs

  • Hendrik van der Bij

Meer zoogdier beschrijvingen