Mammoeten en andere oerdieren spreken enorm tot de verbeelding, maar om vroegere leefmilieus te reconstrueren kun je eigenlijk beter naar planten kijken. Planten vormen immers de basis van elk ecosysteem en zonder groen zouden mammoeten geen eten hebben gehad. Planten kunnen vertellen hoe het landschap eruit zag, welk klimaat er heerste en zelfs hoe de ligging van ons landje op de aardbol in de loop van de tijd veranderd is.
Planten bestaan uit zacht weefsel dat alleen onder gunstige omstandigheden bewaard blijft. Er is een behoorlijke hoeveelheid nattigheid nodig om te voorkomen de weke delen wegrotten. Bij ons hebben die natte condities zich in het verleden meermaals voorgedaan en in het huidige landschap zijn ze her en der nog steeds aanwezig. De vochtigheid van een moeras resulteert in de vorming van veen. Eigenlijk is dat één groot pakket van plantenfossielen. Het nadeel is dat er steeds maar een beperkt aantal soorten in te vinden is. Voor de echte plantendiversiteit zouden we moeten afdalen in de (voormalige) Limburgse steenkoolmijnen. Diep onder de grond komen we prachtig bewaarde afdrukken tegen van bladeren, takken en stammen. Ze brengen ons terug naar de weelderige wouden van het Carboon (zo'n 300 miljoen jaar geleden) met boomhoge varens, fraaie zegelbomen en reusachtige wolfsklauwen. Als we erbij zouden kunnen ligt er een compleet ecosysteem voor het oprapen.