ZOEKEN

MEER ONGEWERVELDEN

Bekijk alle ongewervelden in het overzichtNaar overzicht»

DWARSDOORSNEDEN

In Google Maps

Maak een doorsnede»

FOSSIELVONDSTEN

Fossielen op de kaart van Nederland

Bekijk de kaart»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Zwinkokkel

Taxonomie

Klasse
Bivalvia (tweekleppigen)
Orde
Heterodonta
Familie
Cardiidae (kokkels)
Geslacht
Venericor
Soort
Venericor planicosta

Karakterisering

De Zwinkokkel (Venericor planicosta, vroeger bekend als Megacardita planicosta) is een forse en stevige wigvormige schelp met brede radiale ribben. Het is een tweekleppige die tijdens het Eoceen in en op vrij ondiepe zeebodems nabij de kust leefde, half ingegraven in zandige bodems. De Zwinkokkel is genoemd naar het natuurgebied Het Zwin, op de grens van Nederland en België. Op het strand bij Cadzand-Bad, dat aan het Zwin ligt, is de soort als fossiel een regelmatige verschijning.

Uiterlijk

De Zwinkokkel heeft een zware, wigvormige schelp met een zeer uitgesproken top. De hoogte-breedteverhouding en de zwaarte van de schelp kunnen nogal variëren. De schelpen kunnen tot 80 mm hoog worden. Aan de buitenkant liggen 24-28 vrij vlakke ribben op regelmatige afstand. De ribben zijn twee of meer keer breder dan de tussenruimtes en zijn in doorsnede rechthoekig. Over de ribben heen liggen fijne concentrische groeilijnen. Aan de binnenkant van de schelp valt onmiddellijk het zeer stevige slot op, met daarin de robuuste cardinale tanden. De schelp heeft diep ingedrukte sluitspieren en een mantellijn, maar mist de inbochting daarin (de zogenaamde palliale sinus). Jonge exemplaren zijn soms moeilijk als Zwinkokkel te herkennen, omdat de ribben nog smal, scherp en korrelig zijn. Aangespoelde kleppen van deze fossiele soort zijn vaak verweerd, zijn vaak zeer onregelmatig afgerold en aangeboord. Ze zijn meestal beige-bruin tot blauw, kleuren die de schelp pas na hun dood gekregen hebben. Uiteraard weten we niet welke kleur de schelpen hadden toen ze nog leefden.

Leefwijze

In Vlaanderen komt de Zwinkokkel voor in eocene afzettingen. In deze afzettingen is de soort vaak in levenspositie te vinden. Het gaat hierbij om zandige afzettingen die gezien de sedimentaire structuren afgezet zijn in bewogen water. Waarschijnlijk gaat het om milieus nabij de toenmalige kust, waar de golven en mogelijk getijdebewegingen de bodem beroerden. Het ontbreken van de inbochting in de mantellijn wijst op een zeer ondiep gravend bestaan of zelfs een leven óp de zeebodem. De soort filterde waarschijnlijk voedsel uit het water, maar heeft mogelijk ook voedsel uit het omliggende sediment kunnen halen. Uit chemische analyse van de schelpen blijkt dat Venericor planicosta waarschijnlijk vele tientallen jaren oud kon worden.

Geografische verspreiding

Fossielen zijn bekend uit geheel Noordwest-Europa: het Noordzeegebied, het Kanaalgebied en het Bekken van Parijs.

Voorkomen in de tijd

De soort is uit afzettingen van het Vroeg- tot Laat-Eoceen bekend.

Evolutie

Mogelijk is de Zwinkokkel een nazaat van de Laat-Paleocene soort Venericor pectunculare, die ook in Noordwest-Europa leefde.

Vindplaatsen in Nederland

De Zwinkokkel is algemeen op het strand van Cadzand-Bad (Zeeuws Vlaanderen).

De Zwinkokkel is algemeen op het strand van Cadzand-Bad, Zeeuws Vlaanderen. Hij is ook vrij algemeen in Holocene strandafzettingen van de Middeleeuwse Zwingeul, bij Retranchement, eveneens in Zeeuws Vlaanderen. Daarnaast komt de soort vrij zeldzaam voor op stranden langs de Westerschelde (Kaloot, Ritthem) en op Walcheren (Domburg). Tenslotte zijn er nog meldingen van Scheveningen, Terheijde, de Maasvlakte en Haamstede. Mogelijk betreft dat exemplaren die tijdens het Pleistoceen en Holoceen zijn omgewerkt in rivierafzettingen die op hun beurt weer ten prooi zijn gevallen aan kusterosie dan wel zandsuppleties.

 

- Frank Wesselingh, Naturalis

Meer informatie

»

Janssen, A. W. & L. van der Slik, 1972. De fossiele schelpen van de Nederlandse stranden en zeegaten (2e serie, 5). - Basteria 36: 171-180.

»

Purton, L. M. A. & M. D. Brasier, 1999. Giant protist Nummulites and its Eocene environment: Life span and habitat insights from d18O and d13C data from Nummulites and Venericardia, Hampshire Basin, UK. - Geology 27: 711-714.

Auteurs

  • Frank Wesselingh

Meer ongewervelden