Een meteoriet is een stuk puin uit de ruimte dat op Aarde terecht komt. Als het zich nog buiten de dampkring bevindt, spreken we van een meteoroïde of, wanneer het om hele grote brokstukken gaat, van een kleine planetoïde.
Tijdens de tocht door de dampkring ontstaat er veel wrijving met het brokstuk. Hierbij komt een enorme hitte vrij, waardoor het als het ware even licht geeft. Zo'n nagloeiend spoor wordt meteoor, of in de volksmond 'vallende ster' genoemd en je kunt ze, als ze helder genoeg zijn, zien. Veel meteoroïden bereiken het stadium van meteoriet niet eens. Door de intense wrijvingshitte smelt en verdampt het brokstuk meestal helemaal en er blijft dan niets over. De hitte kan er ook voor zorgen dat er zoveel spanning in het materiaal optreedt, dat het uit elkaar spat. Je ziet dan een 'opvlamming' of flare. Bij grote brokstukken kan dat voor forse explosies zorgen, die op de grond een schokgolf veroorzaken. Berucht is de ontploffing van de Russische Tunguskameteoriet in 1908. In een straal van 30 tot 40 kilometer maaide de schokgolf miljoenen naaldbomen neer. Recenter was de gebeurtenis boven Chelyabinsk op 15 februari 2013, eveneens in Rusland. Diverse 'dashboardcamera's in auto's legden de schade vast die deze meteoriet veroorzaakte. Gelukkig verdampte het meeste van de Chelyabinskmeteoriet en kwam er van de oorspronkelijke 17.000 zo'n 700 kilo op de Aarde terecht.
Meteorieten worden onderzocht, geclassificeerd en beschreven door gespecialiseerde mineralogen. Daarna kunnen ze verder onder de loep worden genomen door allerlei andere wetenschappers zoals astronomen en laboranten. Er zijn meteorieten gevonden die afkomstig zijn van de Maan en van Mars en iets kunnen zeggen over de ouderdom van het zonnestelsel. Ook zijn er overal ter wereld zogenaamde All Sky camera's opgesteld. Deze camera's maken films en foto's van de sterrenhemel. Men hoopt hierdoor meteoren en/of vuurbollen te registreren. In Nederland staat er ook eentje in hartje Utrecht.
Meteorieten kunnen ook op de maan inslaan. Wanneer dat gebeurt, dan is het resultaat anders dan een inslag op de aarde. De maan heeft geen atmosfeer waardoor een beschermende laag ontbreekt. Het hemellichaam heeft daardoor niet alleen talloze inslagkraters van meteorieten en andere objecten uit de ruimte, maar deze kraters blijven ook altijd zichtbaar. Wind en water zijn er niet op de maan waardoor er geen eroderende werking is die de krater doet slijten.
Tekst: Maaike van Schie