Het was zonnig weer, die 12de juni 1840, toen zeven landarbeiders die in een turfwinning bij Uden aan het werk waren een luide knal hoorden en een sterker wordend gierend geluid. Een meteoriet brak door de geluidsbarrière en veroorzaakte een sonic boom. Dat betekent dat de meteoriet met een snelheid van minstens 1224 kilometer per uur door de dampkring ging. Samengedrukte lucht remde het projectiel af, waardoor het met een lagere snelheid van tussen de 200 en 700 kilometer per uur op de mannen afvloog, om zo'n twintig meter van hen in de grond te slaan. Toevallig gebeurde dat midden op een zandweg. Landbouwknecht Martinus van de Vondervoort stond het dichtst bij en werd net niet geraakt. Nadat de stofwolk was neergedaald, groef hij de meteoriet met zijn schep uit een cirkelvormige inslagkrater. De steen was behoorlijk warm en nog net in de hand te houden.
Een van landwerkers, Nicolaas Denissen, was tevens herbergier. Hij besloot de meteoriet mee te nemen want hij wilde hem tentoonstellen in zijn herberg te Volkel. Baldadige bezoekers sloegen er later een stuk vanaf. Sindsdien is dat onvindbaar. Toen hij van de steen hoorde, zocht Jan Baptist van Erp, die gemeentesecretaris was in de nabijgelegen gemeente Zeeland, contact met de landwerkers. Hij interviewde hen en stelde ooggetuigenverslagen op schrift. Ook wist hij Nicolaas Denissen te bewegen de steen af te staan. Baptist bood de meteoriet aan aan de gouverneur van Noord-Brabant, Baron Van den Bogaerde van ter Brugge. Deze schonk de meteoriet op zijn beurt aan het Provinciaal Genootschap in Noord-Brabant. Uiteindelijk is de Udenmeteoriet terechtgekomen in de verzameling van het Noordbrabants Museum in Den Bosch.
Om het materiaal waaruit de steen is opgebouwd in verschillende laboratoria te kunnen onderzoeken, zijn er van de oorspronkelijk 710 gram wegende steen meerdere kleine monsters genomen. Microscopisch onderzoek heeft aangetoond dat de Udenmeteoriet tot een zeldzaam type behoort. Dat het een chondriet is, is op zich niet bijzonder. Net als gewone chondrieten is hij opgebouwd uit het stof van de primaire zonnenevel en is zijn ontstaan te plaatsen in de beginfase van het ontstaan van het zonnestelsel, zo'n 4,6 miljard jaar geleden. Dat nevelstof, in feite bestaand uit kleine korrels (ook wel chondrulen genoemd), klonterde samen tot grotere ruimteobjecten. Ook in de Udenmeteoriet zijn die chondrulen zichtbaar, maar hun vorm is afwijkend. En dat maakt de Udenmeteoriet bijzonder.
Bij de Udenmeteoriet zijn de mineralen van vorm veranderd (gemetamorfoseerd) onder invloed van hoge temperatuur. Zoiets komt bij chondrieten maar zelden voor. Chondrieten zijn namelijk afkomstig van planetoiden die zo klein waren dat ze geen interne hitte konden produceren. De metamorfose van de mineralen kan erop duiden dat het moederlichaam waarvan de Udenmeteoriet afkomstig is, toch groot genoeg was om warmte te genereren. Een andere mogelijkheid is dat de Udenmeteoriet door een bijzonder heftige botsing met een ruimteobject is losgekomen van het moederlichaam en vervolgens de ruimte is ingeslingerd. Die botsing kan gepaard zijn gegaan met de ontwikkeling van veel hitte, waardoor de mineralen zijn gesmolten. Vanwege de hoge graad van metamorfose wordt de Udenmeteoriet in een buitencategorie van de chondrieten geplaatst, de zogenaamde klasse LL7. Daarmee bevindt de Udenmeteoriet zich in een select gezelschap. Van dit type zijn wereldwijd namelijk slechts 23 exemplaren gevonden, waarvan 20 op Antarctica. De Udenchondriet is uniek in zijn soort, omdat het de enige is waarvan de val is waargenomen.
Tekst: Hansjorg Ahrens