Nederlandse meteorieten:
1. Uden (12 juni 1840)
2. Utrecht (2 juni 1843)
3. Diepenveen (27 oktober 1873)
4. Ellemeet (28 augustus 1925)
5. Glanerbrug (7 april 1990)
6. Broek in Waterland (11 januari 2017)
Verschillende kranten besteedden aandacht aan de bijzondere gebeurtenis. Vrijwel meteen kwamen onderzoekers in actie om aanvullende gegevens en bewijsmateriaal te verzamelen. Petroloog Dr. Charles Arps van het Nationaal Natuurhistorisch Museum in Leiden (nu Naturalis) wierp zich op het mineralogische onderzoek aan de steen. Hij wist ook het merendeel van het inslagmateriaal veilig te stellen voor de collectie van zijn museum. Dr. Lindner voerde in Utrecht radio-chemisch onderzoek uit, onder andere om meer te kunnen zeggen over het moment waarop de meteoriet is losgekomen van het moederlichaam. De Glanerbrug blijkt een cosmic ray exposure age te hebben van ongeveer 22,5 miljoen jaar. Zo lang heeft de meteoriet dus vrij rondgezweefd in de ruimte en is hij blootgesteld geweest aan kosmische straling. Leden van de Dutch Meteor Society kamden een week lang intensief de omgeving van Glanerbrug uit. Ze hoopten meer brokstukken te vinden in de buurt van de inslaglocatie. Op basis van de verschillende ooggetuigenverslagen slaagden ze erin om de baan van de meteoriet te reconstrueren. Het begin van de vuurbol lag op 50 kilometer hoogte nabij de geografische positie 52.44 N, 7.46 O, het eind op 22 kilometer hoogte nabij de geografische positie 52.33 N, 7.07 O. Het traject loopt grotendeels over Duitsland. Slechts de laatste honderden meters van zijn val legde de meteoriet af boven Nederlands grondgebied.
Tekst: Hansjorg Ahrens