Geologie van Nederland
is een initiatief van

Diepenveen meteoriet

Van de zes meteorieten die in ons land gevonden zijn, is dit toch wel de meest bijzondere. Hij is van een uiterst zeldzaam type en oeroud. Deze steen heeft de geboorte van ons zonnestelsel meegemaakt. De meteoriet is al 140 jaar geleden gevonden maar pas in 2013 wetenschappelijk onderzocht.

Foto's

Nederlandse meteorieten:

1. Uden (12 juni 1840)
2. Utrecht (2 juni 1843)
3. Diepenveen (27 oktober 1873)
4. Ellemeet (28 augustus 1925)
5. Glanerbrug (7 april 1990)
6. Broek in Waterland (11 januari 2017)

Taxonomie

Soort
Steenmeteoriet
Type
Chondriet
Subtype
Koolstofchondriet
Ouderdom
Ongeveer 4,6 miljard jaar
Valdatum
27 oktober 1873
Valplaats
Diepenveen (Gemeente Deventer, Overijssel)
Collectie
Naturalis Biodiversity Center Leiden

Val uit de ruimte

Locatie Diepenveen

Voor dagloner Albert Bos begint maandag 27 oktober 1873 als alle andere dagen van de week. Vroeg opstaan en naar het land in de omgeving van Diepenveen om er te werken. Zoals gewoonlijk vergezelt zijn vrouw, die boerenwerkster van beroep is, hem die dag. Er lijkt die eerste dag van de week niets bijzonders te gebeuren. Ja, in Amerika vraagt Joseph Glidden octrooi aan op prikkeldraad. Maar daar heeft de familie Bos geen weet van. Het wordt drie uur in de middag. Plotseling zien Bos en zijn vrouw een helder licht aan de hemel, gevolgd door een hard sissend geluid. Iets komt met grote snelheid naar beneden. Dat hebben ze nog nooit meegemaakt. Wat kan het zijn? Plof! Vlak bij hen schiet het ding in het zand. Bos en zijn vrouw gaan er meteen op af. Uit een kuiltje van zo'n 40 centimeter diep halen ze een steen. Hij is nog ''merkbaar warm''. Geen idee wat het is, maar het moet iets bijzonders zijn. Ze nemen hun vondst mee naar huis.

Wat daarna gebeurde

Diepenveenmeteoriet in origineel kistje

De heer Bos gaat met de steen naar de plaatselijke hoofdonderwijzer, die een paar huizen bij hem vandaan woont. Die zal er vast meer van weten. Ja, het is iets aparts, maar wat? De stiefzoon van de onderwijzer ontfermt zich over de steen en schrijft op wat de heer Bos en zijn vrouw hebben meegemaakt. Later belandt de bijzondere steen bij de Rijks-HBS in Deventer, waar de stiefzoon op school heeft gezeten. Zijn vroegere natuurkundedocent neemt de steen onder zijn hoede. Van vurenhout wordt een speciaal kistje gemaakt. De steen past er precies in en er wordt een halfrond kartonnetje ingeplakt met informatie over de val van de meteoriet. Kennelijk weet men dan al dat het een meteoriet is, want bovenaan wordt in sierlijke krulletters Meteoorsteen geschreven. Tien jaar later plakt iemand een etiketje in het kistje met daarop een verwijzing naar een artikel dat over meteorieten gaat. De school heeft een verzameling voorwerpen en werktuigen die gebruikt worden bij het geven van aanschouwelijk onderwijs. Voorlopig komt de meteoriet daarbij terecht. Als de school later verhuist, gaat de meteoriet mee. Bij de invoering van de Mammoetwet in 1968 wordt de school opgeheven. Een docent neemt de steen als aandenken mee naar huis, alles zou anders toch maar weg gekieperd worden. Jaren later overlijdt de man. Zijn vrouw ruimt zijn spullen op. Ze vindt de steen en geeft hem aan een vriendin die van stenen houdt.

Officiƫle herkenning

Zijde met smeltkorst

Leida Kiers, de nieuwe eigenaresse, ontmoet de amateurgeoloog en amateursterrenkundige Henk Nieuwenhuis. Hij is vroeger directeur geweest van het beroemde Eise Eisingaplanetarium in Franeker. Het contact ontstaat bij toeval, als beiden op een camping staan en met elkaar in gesprek raken over hun interesses. Uiteindelijk krijgt Nieuwenhuis bij een latere gelegenheid de steen te zien. Zijn kennersblik zegt hem meteen dat het een meteoriet zou kunnen zijn. Maar is dat ook echt zo? Een second opinion kan uitsluitsel geven. Nieuwenhuis stuurt foto's van de steen naar de astronoom en meteorietendeskundige Niek de Kort. Ook die is ervan overtuigd dat het een echte meteoriet is, de vijfde die bekend is van Nederlandse bodem. Om nog meer zekerheid te krijgen, schakelt De Kort de meteorietenspecialist Marco Langbroek in, die onderzoeker is bij de faculteit Aardwetenschappen van de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Koolstofchondriet

Twee aaneenpassende stukken van de meteoriet
Onafhankelijk van elkaar concluderen De Kort en Langbroek dat het een koolstofchondriet is, een uiterst zeldzaam subtype van de chondrieten. Chondrieten zijn silicaatrijke steenmeteorieten; 86% van de meteorieten die we kennen is van dit type, maar slechts 3,5% zijn koolstofchondrieten. De Diepenveen behoort binnen die groep tot de echt zeldzame gevallen, het is namelijk een zogeheten CM meteoriet. Slechts 0,9% van de gevonden meteorieten is ermee vergelijkbaar. Bij alle chondrieten gaat het potentieel om zeer oud materiaal. Het kan zelfs dateren uit het begin van het ontstaan van ons zonnestelsel. Soms bevatten zulke meteorieten insluitsels die nog ouder zijn. Koolstofchondrieten zijn wetenschappelijk van groot belang omdat ze complexe moleculen kunnen bevatten die mogelijk een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van leven.

Onderzoek

Zijde zonder smeltkorst

De Diepenveenmeteoriet wordt nader onderzocht. Marco Langbroek coördineert samen met geoloog Wim van Westrenen van de Vrije Universiteit de wetenschappelijke analyse. Ze werken hierbij nauw samen met wetenschappers van andere onderzoeksinstituten, waaronder meteorietendeskundigen uit Amerika. Zij kijken vooral naar het materiaal waaruit de meteoriet is samengesteld. Niek de Kort probeert meer te weten te komen over de vondst en de omstandigheden ten tijde van de val. Hij bestudeert kranten, archieven en andere historische bronnen en schakelt meer experts in. Uit het relaas van A. Bos was al bekend dat de meteoriet terechtkwam in de buurt van Diepenveen, een dorp bij Deventer in Overijssel. Met behulp van oude landkaarten weten de onderzoekers de feitelijke plek van neerkomen tot op enkele honderden meters nauwkeurig te bepalen. Dat is niet zomaar een leuk weetje, maar van belang omdat er op of in de buurt van het land waar de heer Bos in 1873 aan het werk was meer brokstukken neergekomen kunnen zijn. Die moeten dan wel meteen door anderen zijn opgeraapt, want in weer en wind is het materiaal waar de meteoriet uit bestaat snel verpulverd en verdwenen. Er nu nog naar zoeken heeft geen zin.

Valomstandigheden

Specialist Marco Langbroek met de meteoriet
De onderzoekers willen ook weten hoe de weersomstandigheden waren in de periode van de val. Ze krijgen daarbij hulp van de meteoroloog Jacob Kuiper. Buiten het korte relaas dat is opgeschreven door de stiefzoon van de hoofdonderwijzer, is er over de val niets bekend. Er is geen schade veroorzaakt, er waren geen gewonden, de steen is neergekomen in het vrije veld en Bos en zijn vrouw zijn voor zover bekend de enige ooggetuigen. Oude weerberichten kunnen misschien vertellen waar het op maandag 27 oktober 1873 in Nederland onbewolkt was. Op die plekken kunnen meer mensen de vuurbol hebben gezien die met de val van de meteoriet gepaard ging. De onderzoekers willen daar verder gaan speuren in historische bronnen. Misschien dat er in lokale kranten uit die tijd berichten zijn te vinden over bijzondere gebeurtenissen die met de meteoriet te maken hebben. Alle informatie, hoe onbelangrijk die in eerste instantie ook lijkt, kan ertoe bijdragen dat we meer te weten komen over het traject dat de meteoriet over ons land aflegde en in welke baan hij vloog.

Valsnelheid

Een van de zaken waar een redelijk betrouwbare schatting van is te maken, is de valsnelheid van de meteoriet. Op een gegeven moment namelijk, is de valsnelheid in evenwicht met de luchtweerstand. Dat gebeurt als de meteoriet nog maar enkele tientallen kilometers naar het aardoppervlak heeft af te leggen. Hij valt dan - inmiddels zonder lichtverschijnselen - vrijwel recht naar beneden, met een snelheid die ligt tussen de 200 en 700 kilometer per uur. De snelheid waarmee de Diepenveenmeteoriet de grond raakte, moet hoog zijn geweest. Om een gat in de bodem te slaan van tientallen centimeters diep is immers veel energie nodig.

Oorspronkelijke grootte

Wim van Westrenen snijdt een plakje af
Tijdens de tocht door de dampkring ontstond extreme hitte, waardoor veel materiaal smolt en verdampte. Oorspronkelijk is de meteoriet dus groter geweest. Dagloner Bos raapte een restant op, het deel van de meteoriet dat de helletocht door de Aardse sferen heeft overleefd. Het is zo groot als een kindervuist en weegt 68 gram. Het is deels bedekt met een smeltkorst en dus eigenlijk maar een 'halve steen'; een hele heeft immers meestal een smeltkorst rondom. De vraag is: waar is de rest gebleven en hoe groot is de steen oorspronkelijk geweest? Daarover iets zeggen is niet gemakkelijk. Het hangt namelijk samen met de vraag of de meteoriet uiteen is gespat of dat het om een steen gaat die alleen door smelting en verdamping kleiner is geworden. Als de meteoriet uiteen is gespat, kunnen er op en rond het land waar Bos en zijn vrouw aan het werk waren meerdere brokstukken zijn ingeslagen. Die kans is klein, maar het is niet ondenkbaar dat meer boerenfamilies in de buurt van Diepenveen stukjes meteoriet hebben gevonden die bij 'onze' meteoriet horen. Tot op heden heeft zich echter niemand gemeld. Een andere mogelijkheid is dat het een individuele meteoriet betreft. Eén dus, die niet uiteen is gespat maar geleidelijk aan is gesmolten op zijn tocht naar beneden. In dat geval moet de oorspronkelijke massa vele kilogrammen hebben bedragen.

Samenstelling

Interne structuur
Zoals veel koolstofchondrieten, is de Diepenveenmeteoriet erg bros. Hij valt snel uit elkaar als er water bij komt of als hij bevriest en weer ontdooit. Wat een geluk dat hij meteen na de val is opgeraapt en meegenomen. Op dit moment wordt de chemische en mineralogische samenstelling van de steen bekeken. Er zijn kleine plakjes vanaf gesneden die je onder de microscoop kunt leggen. Omdat de steen zacht is, lukt dat snijden gewoon met een scherp scheermes. Speel video af

Als je die plakjes onder extreme vergroting bekijkt, zie je ingewikkelde structuren. Maar een deskundige herkent al snel de verschillende componenten. Het merendeel bestaat uit chondrulen: millimetergrote silicaatkorrels. Chondrieten ontlenen aan die 'korrels' hun naam. Chondrulen zijn niet samengesmolten. Dat betekent dat de Diepenveenchondriet niet afkomstig is van een planetoïde die voldoende groot was om hitte te genereren, maar ontstaan is door samenklontering (accretie) van oorsponkelijk materiaal uit de zonnenevel. Het is een zogenaamde ongedifferentieerde meteoriet die afgesplitst moet zijn van een vrij klein ruimteobject dat zijn oorsprong heeft in de vroegste fase van het zonnestelsel. Naast chondrulen zijn door de (electronen)microscoop olivijnkristallen en insluitsels te zien.

Organische moleculen

Interne structuur
De Diepenveenmeteoriet is ook getest op de aanwezigheid van organische moleculen. Moleculaire structuren zijn te klein om ze door de microscoop te zien. Je kunt ze echter 'meten'. Dat doe je door een electronenstraal op een monster af te schieten. Aan de röngenstraling die terugkomt, kun je berekenen of er moleculaire structuren aanwezig zijn en welke vorm ze hebben. De Diepenveenmeteoriet is positief getest. Hij bevat organische verbindingen met koolstofatomen, maar welke dat precies zijn wordt nog uitgezocht. Het zou kunnen gaan om nucleïnezuren, koolhydraten of zelfs aminozuren; bouwstenen die zich in de loop van de tijd ontwikkelden tot grotere structuren met eigenschappen van leven.

Ruimtereis

Luchtspoor van de Chelyabinsk meteoriet, 15 februari 2013

De onderzoekers ontdekten ook dat de verblijftijd in de ruimte als 'vrije meteoriet' veel korter is geweest dan 4,6 miljard jaar, toen ons zonnestelsel ontstond en ook de Aarde gevormd werd. De meteoriet moet dus vrij recent (althans in geologische termen) zijn afgebroken van een groter lichaam. Waarschijnlijk gebeurde dat toen het lichaam in botsing kwam met een meteoriet of een ander stuk ruimtepuin. Daarbij schoten stukken gesteente de vrije ruimte in, om misschien ooit na een lange zwerftocht weer op een ander hemellichaam te belanden. De Diepenveenmeteoriet heeft slechts 'korte tijd' door de ruimte gereisd, hooguit enkele miljoenen jaren. Op zijn weg door het luchtledige heeft hij miljarden kilometers afgelegd, tot hij op 27 oktober 1873 ten prooi viel aan de zwaartekracht van de Aarde. Zijn reis kwam toen ten einde op het stipje van de wereldbol dat Nederland heet.

Tekst: Hansjorg Ahrens, foto's en informatie van Niek de Kort en Marco Langbroek

Meer meteorieten