ZOEKEN

MEER BESCHRIJVINGEN

Bekijk alle beschrijvingen in het overzichtNaar overzicht»

DWARSDOORSNEDEN

In Google Maps

Maak een doorsnede»

FOSSIELVONDSTEN

Fossielen op de kaart van Nederland

Bekijk de kaart»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Tufsteen

Tuf heeft een explosieve geschiedenis. Begonnen als as, uitgespuwd door een vulkaan, verhardde het later tot gesteente. In Nederland zijn geen vulkanen, maar net over de grens in Duitsland waren wel vulkanen actief die tuf hebben uitgestoten. De restanten daarvan vinden we ook in ons land terug.

Karakterisering en samenstelling

Tuf is aan elkaar gekitte vulkanische as. Meestal zijn tufstenen licht van kleur, variërend van geel, grijs, bruin tot rood. Uiterlijk lijkt tuf enigszins op zandsteen, dat ook uit samengekitte korrels kleiner dan twee milimeter bestaat, maar tuf voelt scherper aan. Tuf is ook lichter in gewicht en veel poreuzer. In tuf zitten verschillende mineralen, zoals kwarts, veldspaat, amfibool, muscoviet, biotiet, enzovoort. Vaak vormen die vrij grote en dus duidelijk waarneembare kristallen. De precieze mineraalinhoud hangt af van de samenstelling van het magma waar het tuf uit gevormd is. Afhankelijk van welke mineralen er in zitten, kan tuf harder of zachter zijn. Harde tuffen zijn vaak minder poreus dan zachte tuffen. Soms kunnen er ook kleine stukjes basalt of lava ingesloten zijn. Tuffen in ons land zijn als zwerfstenen aangevoerd uit de ons omringende landen. De meeste zijn afkomstig uit Duitsland en aangevoerd door rivieren. Tijdens het transport zijn de stenen afgerond en kleiner geworden. Tuffragmenten die je op grindhopen bij zandzuigerijen langs de grote rivieren kunt vinden, zijn meestal niet groter dan een mandarijn.

Ontstaanswijze

Vulkanische bom van 5m doorsnede bij Strohn in de Vulkaan-Eifel (Duitsland).

Vulkanen heb je in soorten en maten, maar niet alle vulkanen produceren as. Het magma moet gas bevatten wil het tot een explosie komen waarbij as uitgestoten wordt. Het gas in magma is meestal waterdamp en koolstofdioxide. Hoe dichter het magma aan het oppervlak zit, hoe lager de druk. Ook op een fles frisdrank met koolzuur zit druk. Als je de dop eraf draait, neemt de druk heel snel af en het gas sist en bruist. Op dezelfde manier exploderen ook gasbellen in magma. Het magma knalt dan uit elkaar in miljarden stukjes steen die met hoge snelheid uit de krater worden geschoten. Als de fragmenten kleiner zijn dan twee milimeter doorsnede zijn, spreken we van as. De grotere fragmenten heten slakken (formaat van een erwt), lapilli (formaat van een walnoot) of lavablokken.

 

Lavabommen zijn een speciaal soort blokken. Het zijn vloeibare klodders lava die in de lucht zijn gestold. Bij het neerkomen is de druppelvorm bewaard gebleven. Vulkanische bommen zijn aan hun druppelvorm gemakkelijk te herkennen. Net als bij een geschudde fles frisdrank kan er ook schuim op het magma ontstaan. Als dit in de lucht afkoelt, ontstaat er puimsteen, een glasachtig schuim gevuld met holten. Het ziet eruit als schuimplastic of een Bros-chocoladereep en is zo licht dat het op water blijft drijven.

 

Al het materiaal dat vulkanen uitspuwen, komt vroeg of laat weer naar beneden. De grote blokken vallen dichtbij de krater, maar as blijft veel langer in de lucht en kan door de wind tientallen kilometers van de krater weggevoerd worden. Uiteindelijk dwarrelt as als sneeuw naar beneden en stapelt zich op tot lagen. Dichtbij de vulkaan zijn de lagen dik en bestaan ze uit grotere korrels, verder weg van de vulkaan worden de lagen steeds dunner en bestaan ze uit steeds fijnere as. Alleen aslagen dicht nabij de vulkaan worden omgezet in tuf. De losse asdeeltjes kitten aan elkaar door druk en chemische processen, die worden versneld door infiltratie van grondwater.

Herkomst

Het herkomstgebied van de meeste tufzwerfstenen is het Zevengebergte in Duitsland. Dit vulkanische gebergte is ongeveer 25 miljoen jaar geleden ontstaan. Tektonische krachten in de aardkorst trokken dit gebied lang geleden langzaam uit elkaar, waardoor een groot dal - de zogenaamde Rijnslenk - ontstond. Hierdoor werd de aardkorst plaatselijk dunner en trad explosief vulkanisme op. Tientallen vulkanen stootten immense hoeveelheden as uit, die zich afzetten als dikke pakketten tuf. De tuflaag is vijf kilometer breed en honderd meter dik. De as is over een veel grotere afstand afgezet, maar daar is de laag tuf veel dunner. Een deel van de tufpakketten erodeerde later weer. De Rijn en andere rivieren voerden de losgemaakte tufbrokken als zwerfstenen mee naar Nederland.

 

De Eifel in Duitsland maakte nog een tweede periode van vulkanisme mee. Tussen ongeveer 600.000-10.000 jaar geleden explodeerden daar vulkanen toen het magma in aanraking kwam met grondwater en oppervlaktewater. Ook door deze vulkaanuitbarstingen ontstonden tuffen, die later erodeerden en door rivieren naar ons land werden gevoerd.

 

Er worden verschillende soorten tuf als zwerfstenen in ons land gevonden. In Scandinavië heeft vulkanisme in het Tertiair geleid tot tufafzettingen. Deze door gletsjers getransporteerde zwerfstenen zijn erg zeldzaam. In de rivierafzettingen van de Rijn komen tuffen vaker voor. In de Eifel is ook tuf uit het Kwartair te vinden, maar dat wordt niet in ons land als zwerfstenen aangetroffen omdat de as nog niet verhard was toen de rivieren zich in de tuflagen insneden. Wel zijn uit het tuf gespoelde en met de rivieren meegevoerde kristallen in onze rivierafzettingen te vinden.

Transport

Tijdens het Pleistoceen werden de Eifel en het Zevengebergte door tektonische krachten extra omhooggedrukt. Rivieren sneden zich daardoor diep in het landschap in. Hierdoor zijn de tufafzettingen in de Eifel meteen geërodeerd en werden de kleine kristallen van het mineraal pyroxeen in de Rijndelta afgezet. De jongere Rijnafzettingen zien er daarom veel bonter uit dan de Rijnafzettingen die voor het Midden-Pleistoceen werden afgezet. Dit kenmerk wordt gebruikt bij het bepalen van de ouderdom van de aardlagen.

Voorkomen in Nederland

Tufzwerfstenen zijn vooral te vinden in het oosten van Gelderland. Vooral bij het grindbaggeren bij Lobith, Giesbeek, Bemmel en andere plaatsen langs de grote rivieren maak je grote kans deze stenen tegen te komen. In het westen van het land is tuf veel zeldzamer. Bij Hilversum komt het al bijna niet meer voor in de Rijngrinden.

 

In het Eoceen zijn in Nederland ook dunne tuflagen afgezet, die nu nog in Noord-Nederland in de diepe ondergrond te vinden zijn. In deze tijd vond nabij Ierland en in het Skagerrakgebied in Denemarken vulkanisme plaats, waardoor in de wijde omtrek as neersloeg.

 

Overigens hebben we ook in ons eigen Nederland een echte vulkaan! Bij gasboringen in de Waddenzee is ten zuiden van Vlieland een vulkaan uit de Jura in de ondergrond aangetroffen. Deze vulkaan, de Zuidwalvulkaan geheten, bestaat uit een ringkrater waarvan de flanken met vulkanische as zijn bedekt. Die as is later omgezet in tuf. Helaas zit de vulkaan nu op kilometers diepte.

Toepassingen

Overblijfselen van de Servische muur, opgetrokken uit tufsteen (Rome, Italië). De Romeinen brachten ook tufblokken naar ons land, waar ze als bouwstenen werden gebruikt.

De zwerfstenen van tuf in ons land zijn te klein om te kunnen gebruiken. De Romeinen wonnen echter reeds tufblokken in steengroeven in de Eifel en brachten deze met platbodems via de Rijn naar ons land om als bouwstenen te gebruiken voor de aanleg van forten en andere verdedigingswerken. In de middeleeuwen werden grote hoeveelheden tufsteen uit het Zevengebergte en de Eifel aangevoerd voor de bouw van  Romaanse kerken, zoals de Servaaskerk in Maastricht. Overigens werden in deze bouwwerken ook stenen gebruikt die afkomstig waren uit gesloopte Romeinse forten. Tuf is erg goed bestand tegen verwering, omdat het weinig bestanddelen bevat die oplossen in regenwater. Veel Romaanse kerken zien er daardoor nog net zo fris uit als toen ze net klaar waren.

 

- Mijntje Smulders, Naturalis

Meer informatie

»

Ager, D. V., 1980. The geology of Europe. - McGraw-Hill, London (England). 535p.

»

Decker, R. & B. Decker, 2001. Vulkanen. - Natuur & Techniek, Amsterdam. 230p.

»

Fisher, R. V., G. Heiken, J. B. Hulen & R. Hulen, 1997. Volcanoes: crucibles of change. - Princeton University Press, Princeton (USA). 317p.

»

Meyer, W. & J. Stets, 1996. Sammlung Geologischer Führer 89: Das Rheintal  zwischen Bingen und Bonn. - Borntraeger, Stuttgart. 386p.

»

Mulder, E. F. J. de, M. C. Geluk, I. L. Ristema, E. Westerhoff & T. W. Wong, 2003. De ondergrond van Nederland. - Wolters-Noordhoff, Groningen. 379p.

Auteurs

  • Mijntje Smulders

Meer beschrijvingen