ZOEKEN

MEER ZOOGDIER REGISTER

Bekijk alle zoogdier register in het overzichtNaar overzicht»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Praeovibos priscus Staudinger, 1908

Taxonomie

Klasse
Mammalia
Orde
Artiodactyla
Familie
Bovidae
Geslacht
Praeovibos
Soort
Praeovibos priscus Staudinger, 1908

Voorkomen

Praeovibos priscus.
Een eerste vermelding over het voorkomen in het Pleistoceen van Nederland van Praeovibos komt van Crégut-Bonneure (1992), die zich baseert op een mededeling van Van Kolfschoten. Om wat voor materiaal het gaat wordt echter niet vermeld. Inmiddels zijn er nieuwe vondsten gedaan. Ze betreffen een borstwervel, een draaier en een 7e halswervel. Van de borstwervel is het niet met zekerheid te zeggen of het een 2e, 3e of 4e wervel is. De wervels zijn gekenmerkt door hun massieve bouw en een zeer klein neuraalkanaal. Deze wervels werden opgevist ten oosten van de Bruine Bank, in de zuidelijke bocht van de Noordzee tussen Engeland en Nederland. De botten zijn opmerkelijk zwaar gemineraliseerd en hebben rood-bruine ijzeroerafzettingen. Mol et al. (1999) en Mol et al. (2000) schrijven de fossielen toe aan Praeovibos priscus en geven het een ouderdom van laat Vroeg Pleistoceen/ Midden Pleistoceen. Een m3 van de Maasvlakte wordt door Van Kolfschoten & Vervoort-Kerkhoff (1999) toegeschreven aan een Praeovibos die lijkt op de soort priscus (Praeovibos cf. priscus). Laatst genoemde auteurs geven het ook een ouderdom van laat Vroeg Pleistoceen (Bavelien) of vroeg Midden Pleistoceen (vroeg Cromerien).

Bijzonderheden

In het Vroeg en Midden Pleistoceen leefden er in Europa en Azië verschillende muskusosachtige dieren. Behalve Praeovibos, waarvan drie verschillende soorten bekend zijn, leefde ook de kleinere steppegeit Soergelia in die periode. Het verspreidingsgebied van Praeovibos liep van de Noordzeekust voor East Anglia en de Mediterrane kust van Spanje oostwaarts tot en met noordwest Canada. Van Praeovibos zijn drie verschillende soorten bekend: Praeovibos priscus, Praeovibos recticornis en Praeovibos beringiensis.

 

De eerste vondst van Praeovibos is een schedelfragment met hoornpitten dat werd opgevist van de Noordzeebodem voor de kust van Trimingham, Norfolk, East Anglia (Engeland). Deze vondst werd door Dawkins (1883) beschreven als een vrouwelijk individu van Ovibos moschatus. Het is herkomstig uit de 'Forest Bed' (Midden-Pleistoceen). Pas later werd deze vondst herkend als toebehorende aan Praeovibos. De type lokaliteit van Praeovibos is Bad Frankenhausen in Thüringen, Duitsland. Staudinger (1908) beschreef van deze vindplaats een schedelfragment met hoornpitten die zich duidelijk onderscheiden van Ovibos moschatus. Bij Praeovibos zijn de horens niet zo afgeplat aan de basis als bij Ovibos. Praeovibos moet aanzienlijk groter zijn geweest dan de pleistocene en recente muskusossen. Waarschijnlijk is de uitgestorven Praeovibos niet zo gespecialiseerd geweest als Ovibos moschatus. Kurtén (1968), suggereert dat Praeovibos sneller is geweest en niet een defensieve samenwerking met soortgenoten heeft gehad als de moderne en vermoedelijk de laat-pleistocene muskusossen. Praeovibos heeft langere en massievere ledematen gehad. Complete skeletten zijn niet bekend. 

Referenties

  • Beek, A. van & I. van Dam 1994 De vondst van de maand; een draaier van de muskusos, Ovibos moschatus. Cranium 11 (2): 107.
  • Bosscha Erdbrink, D.P. 1986b Twee nieuwe Muskusos-fossielen uit het Bruine Bankgebied.- Cranium 3 (1): 40-44.
  • Kerkhoff, N & D. Mol 1991 Inventarisatie van Nederlandse vondsten van de muskusos, Ovibos moschatus (Zimmermann, 1780). - Cranium 8 (2): 65-70.
  • Kolfschoten, T. van & Y. Vervoort-Kerkhoff 1999 The Pleistocene and Holocene mammalian assemblages from the Maasvlakte near Rotterdam (the Netherlands), with special reference to the Ovibovini Soergelia minor and Praeovibos cf. priscus. - in: Reumer, J.W.F. & J. de Vos (eds.) Elephants have a snorkel! Papers in honour of Paul Y. Sondaar. Deinsea 7: 369-382.
  • Mol, D., J. de Vos & J.W.F. Reumer 1999 Praeovibos priscus (Bovidae, Artiodactyla, mammalia) from the North Sea and aspects of its paleoecology - in: Reumer J. W.F. and De Vos, J. (eds), 1999. Elephants have a snorkel! Papers in honour of Paul Y. Sondaar.- Deinsea 7: 223-232.
  • Mol, D., J. de Vos & J.W.F. Reumer 2000 Fossiele muskusossen van de bodem van de Noordzee. - Grondboor & Hamer 54 (1): 9-15.
  • Zijlstra, L. 1991 Nieuw schedelfragment muskusos van de Noordzeebodem.- Cranium 8 (2): 59-61.

Meer zoogdier register

Alces alces (Linnaeus, 1758)
Alces gallicus (Azzaroli, 1952)/Alces latifrons (Johnson, 1874)
Alopex lagopus (Linnaeus, 1758) en Vulpes vulpes (Linnaeus, 1758)
Anancus arvernensis (Croizet & Jobert, 1828)
Aonyx antiquus (De Blainville, 1841)
Arvicola
Bison menneri Sher, 1997
Bison priscus Bojanus, 1827
Bos primigenius Bojanus, 1827
Bubalus murrensis (Berckhemer, 1927)
Canis etruscus Forsyth Major, 1877
Canis lupus Linnaeus, 1758
Capra ibex Linnaeus, 1758
Capreolus capreolus (Linnaeus, 1758)
Castor fiber Linnaeus, 1758
Cervus elaphus Linnaeus, 1758
Cervus rhenanus Dubois, 1904
Chalicotherium sp.
Coelodonta antiquitatis (Blumenbach, 1799)
Crocuta crocuta spelaea (Goldfuss, 1810)
Dama dama (Linnaeus, 1758)
Desmaninae uit het Pleistoceen
Eekhoorns uit het Pleistoceen
Elephas antiquus
Enhydrictis ardea (Bravard, 1828)
Equus caballus Linnaeus, 1758
Equus hemionus Pallas, 1775
Equus hydruntinus Regalia, 1907
Equus major Boule, 1927
Erinaceidae uit het Pleistoceen
Eucladoceros ctenoides (Nesti, 1841)
Gazella deperdita (Gervais, 1847)
Gewone mol uit het Pleistoceen
Gulo schlosseri Kormos, 1914
Hamsters en springmuizen uit het Pleistoceen
Hipparion sp.
Hippopotamus amphibius Linnaeus, 1758
Homo sapiens Linnaeus, 1758
Homotherium latidens Owen, 1846
Hyaena brevirostris Aymard, 1846
Hyaena perrieri Croizet & Jobert, 1828
Hystrix refossa Gervais, 1852
Lagomorpha uit het Pleistoceen
Lemmingen uit het Pleistoceen
Leptobos elatus (Pomel, 1853 ex Croizet)
Lutra lutra (Linnaeus, 1758)
Lynx lynx (Linnaeus, 1758)
Macaca sylvanus florentina (Cocchi, 1872)
Mammut borsoni (Hays, 1834)
Mammuthus meridionalis (Nesti, 1825)
Mammuthus primigenius
Mammuthus trogontherii
Megaloceros dawkinsi (Newton, 1882) en Megaloceros savini (Dawkins, 1887)
Megaloceros giganteus (Blumenbach, 1808)
Meles meles (Linnaeus, 1758)
Microtus
Mimomys
Muizen uit het Pleistoceen
Oerhermelijn, wezel en bunzing
Ovibos moschatus (Zimmermann, 1780)
Panthera gombaszoegensis Kretzoi, 1938
Panthera pardus (Linnaeus, 1758)
Panthera spelaea (Goldfuss, 1810)
Rangifer tarandus (Linnaeus, 1758)
Rosse woelmuis uit het Pleistoceen
Slaapmuizen
Soergelia minor Moyà-Solà, 1987
Spitsmuizen uit het Pleistoceen
Stephanorhinus etruscus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus hemitoechus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus kirchbergensis (Jäger, 1839)
Sus scrofa Linnaeus, 1758
Sus strozzii Meneghini; Forsyth Major, 1881
Tapirus arvernensis Croizet & Jobert, 1828
Trogontherium cuvieri Fischer von Waldheim, 1809
Ungaromys
Ursus arctos Linnaeus, 1758 & U. deningeri Von Reichenau, 1904
Ursus etruscus Cuvier, 1823
Ursus spelaeus Rosenmüller & Heinroth, 1794
Woelmuizen uit het Pleistoceen