ZOEKEN

MEER ZOOGDIER REGISTER

Bekijk alle zoogdier register in het overzichtNaar overzicht»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Panthera pardus (Linnaeus, 1758)

Taxonomie

Klasse
Mammalia
Orde
Carnivora
Familie
Felidae
Geslacht
Panthera
Soort
Panthera pardus (Linnaeus, 1758)

Voorkomen

Panter.
De panter is een bekende verschijning in Europese fauna's van het Midden en Laat Pleistoceen, maar resten van deze solitaire kat zijn doorgaans zeldzaam (Fisher, 2000). Uit ons land zijn vier fossielen van Panthera pardus bekend. Bosscha Erdbrink (1986d) beschreef twee spaakbeenderen. Deze waren vrijwel tegelijkertijd gevonden: in een zandzuigerij bij IJzendoorn (Y.W.05, collectie Verhagen) en in een zandwinning bij Maren Kessel (collectie Stolzenbach). Hij beschreef ook een tibiafragment van deze katachtige van de Maasvlakte (Bosscha Erdbrink, 1988b). Van Kolfschoten en Vervoort-Kerkhoff (1999) vermeldden de panter echter niet in hun overzicht van de Maasvlaktefauna's. Van Uum (2003) vermeldde de panter op zijn faunalijst van de zandwinning ‘Haerst' bij Zwolle. Deze melding is gebaseerd op een enigszins beschadigd bekkenfragment in de collectie van K. Tanis (Stellendam), dat in oktober 1987 werd verzameld. In zijn oproep om informatie over Westerscheldefossielen, vermeldde Van der Werf (1985) dat er bij Ellewoutsdijk een kaak van Panthera pardus gevonden zou zijn. Bosscha Erdbrink (1986d) verwees ook naar deze vermelding. Aangezien in het totaaloverzicht van de fauna's, die bij Ellewoutsdijk gevonden zijn, de soort echter niet genoemd wordt (Kerkhoff, 1988a), nemen we aan dat deze melding op een foute determinatie berustte.

Bijzonderheden

De panter of luipaard is vandaag de dag een wijdverbreidde soort, die voorkomt in Afrika en grote delen van Azië, tot in China en Noord Korea aan toe. In Europa leeft hij alleen in het uiterste zuidoosten, in de voormalige Sovjetrepublieken van de Kaukasus. In het Midden en Laat Pleistoceen kwam deze katachtige echter vrijwel overal in Europa voor. Fischer (2000) voerde 59 verschillende voorkomens op. Slechts twee maal werd een (partieel) skelet gevonden, in lössafzettingen bij Mosbach (Duitsland, Schmid, 1940) en in de Vjetrenicagrot (Bosnië-Hercegovina, Malez & Pepeonik, 1970).


Aangezien het huidige areaal van de panter vooral in de tropen ligt, zou je op het eerste gezicht denken dat deze katachtige hier vooral tijdens de interglacialen leefde. Geen van de Nederlandse vondsten is in stratigrafisch verband gevonden, zodat we geen zekerheid hebben over de ouderdom. Elders zijn echter wel botten van Panthera pardus echt opgegraven en uit deze vondsten blijkt dat het dier wel degelijk ook tijdens glacialen in Europa voorkwam. De meest noordelijke vondst is gedaan in de omgeving van Berlijn en gedateerd als Vroeg Weichselien (Fischer, 2000). Maar zelfs in het veel koudere Laat Weichselien kwamen nog panters in Europa voor (Musil, 1980). Kennelijk kon Panthera pardus ook in koude omstandigheden leven, zoals ook blijkt uit hun recente voorkomen in de Kaukasus en Noord Korea. Wel moeten panters in hun leefgebied altijd bomen hebben om hun prooi in te slepen, om te voorkomen dat leeuwen of hyena's er met hun buit vandoor gaan (Fischer, 2000).

Referenties

  • Fischer, E. 2000 Ein Leoparden-Fund, Panthera pardus (L., 1758), aus dem jungpleistozänen Rixdorfer Horizont von Berlin und die Verbreitung des Leoparden im Pleistozän Europas. - Mitteilungen Museum für Naturkunde Berlin, Geowissenschaftliche Reihe 3: 221-227.
  • Nagel, D. 1997 Panthera pardus und Panthera spelaea (Felidae) aus der Höhle von Merkenstein (Niederösterreich). - Wissenschaftliche Mitteilungen des Niederösterreichischen Landesmuseums 10: 215-224.'
  • Nagel, D., S. Hilsberg, A. Benesch & J. Scholz 2003 Functional morphology and fur patterns in Recent and fossil Panthera species. - Scripta Geologica 126: 227-240.

Meer zoogdier register

Alces alces (Linnaeus, 1758)
Alces gallicus (Azzaroli, 1952)/Alces latifrons (Johnson, 1874)
Alopex lagopus (Linnaeus, 1758) en Vulpes vulpes (Linnaeus, 1758)
Anancus arvernensis (Croizet & Jobert, 1828)
Aonyx antiquus (De Blainville, 1841)
Arvicola
Bison menneri Sher, 1997
Bison priscus Bojanus, 1827
Bos primigenius Bojanus, 1827
Bubalus murrensis (Berckhemer, 1927)
Canis etruscus Forsyth Major, 1877
Canis lupus Linnaeus, 1758
Capra ibex Linnaeus, 1758
Capreolus capreolus (Linnaeus, 1758)
Castor fiber Linnaeus, 1758
Cervus elaphus Linnaeus, 1758
Cervus rhenanus Dubois, 1904
Chalicotherium sp.
Coelodonta antiquitatis (Blumenbach, 1799)
Crocuta crocuta spelaea (Goldfuss, 1810)
Dama dama (Linnaeus, 1758)
Desmaninae uit het Pleistoceen
Eekhoorns uit het Pleistoceen
Elephas antiquus
Enhydrictis ardea (Bravard, 1828)
Equus caballus Linnaeus, 1758
Equus hemionus Pallas, 1775
Equus hydruntinus Regalia, 1907
Equus major Boule, 1927
Erinaceidae uit het Pleistoceen
Eucladoceros ctenoides (Nesti, 1841)
Gazella deperdita (Gervais, 1847)
Gewone mol uit het Pleistoceen
Gulo schlosseri Kormos, 1914
Hamsters en springmuizen uit het Pleistoceen
Hipparion sp.
Hippopotamus amphibius Linnaeus, 1758
Homo sapiens Linnaeus, 1758
Homotherium latidens Owen, 1846
Hyaena brevirostris Aymard, 1846
Hyaena perrieri Croizet & Jobert, 1828
Hystrix refossa Gervais, 1852
Lagomorpha uit het Pleistoceen
Lemmingen uit het Pleistoceen
Leptobos elatus (Pomel, 1853 ex Croizet)
Lutra lutra (Linnaeus, 1758)
Lynx lynx (Linnaeus, 1758)
Macaca sylvanus florentina (Cocchi, 1872)
Mammut borsoni (Hays, 1834)
Mammuthus meridionalis (Nesti, 1825)
Mammuthus primigenius
Mammuthus trogontherii
Megaloceros dawkinsi (Newton, 1882) en Megaloceros savini (Dawkins, 1887)
Megaloceros giganteus (Blumenbach, 1808)
Meles meles (Linnaeus, 1758)
Microtus
Mimomys
Muizen uit het Pleistoceen
Oerhermelijn, wezel en bunzing
Ovibos moschatus (Zimmermann, 1780)
Panthera gombaszoegensis Kretzoi, 1938
Panthera spelaea (Goldfuss, 1810)
Praeovibos priscus Staudinger, 1908
Rangifer tarandus (Linnaeus, 1758)
Rosse woelmuis uit het Pleistoceen
Slaapmuizen
Soergelia minor Moyà-Solà, 1987
Spitsmuizen uit het Pleistoceen
Stephanorhinus etruscus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus hemitoechus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus kirchbergensis (Jäger, 1839)
Sus scrofa Linnaeus, 1758
Sus strozzii Meneghini; Forsyth Major, 1881
Tapirus arvernensis Croizet & Jobert, 1828
Trogontherium cuvieri Fischer von Waldheim, 1809
Ungaromys
Ursus arctos Linnaeus, 1758 & U. deningeri Von Reichenau, 1904
Ursus etruscus Cuvier, 1823
Ursus spelaeus Rosenmüller & Heinroth, 1794
Woelmuizen uit het Pleistoceen