De Muridae of echte muizen is de knaagdierfamilie waartoe onder andere de huismuis, dwergmuis, bosmuis en de rat toe behoren. Veel andere kleine knaagdieren worden weliswaar in het Nederlands ook met muis aangeduid, maar deze behoren aan andere families toe. We kennen bijvoorbeeld de veldmuis en de aardmuis (woelmuizen), maar ook de eikelmuis en de hazelmuis (slaapmuizen).
Het gebit van echte muizen wordt, net als dat van hamsters, gekenmerkt door knobbelkiesjes. In tegenstelling tot hamsters liggen in de bovenkaak drie rijen knobbeltjes naast elkaar. In de onderkaakkiezen zijn de knobbels vergroeid tot V-vormige chevrons, waarbij de punt naar voren wijst.
De Muridae kent zijn grootste diversiteit in de tropen. In de gematigde streken zijn de woelmuizen de dominante groep. In het Pleistoceen van Nederland vinden we dan ook slechts twee geslachten, de bosmuis Apodemus en de dwergmuis Micromys. Deze muizen kwamen hier voor tijdens de warme perioden van het Pleistoceen. De taxonomie van Apodemus is een ingewikkelde zaak, omdat soorten op het gebit moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Dit geldt met name voor de soorten uit het Tertiair en het Vroeg Quartair. Maar ook de recente bosmuis en geelbandbosmuis hebben gebitten die zeer sterk met elkaar overeenkomen.
De grootste echte muizen verzameling van ons land komt uit Tegelen. Hier zijn honderden kiezen van Apodemus gevonden. Freudenthal et al. (1976) determineerden deze als resten van de recente bosmuis A. sylvaticus (Linnaeus, 1758). Daarnaast is ook de dwergmuis Micromys in Tegelen aangetroffen, zij het in veel kleinere aantallen.
Fossielen van Apodemus sylvaticus zijn ook bekend uit de Zuurlandboring, van de Maasvlakte (van Kolfschoten & Vervoort-Kerkhoff, 1999), uit Neede en Fransche Kamp (van Kolfschoten, 1990a) en de Belvédère groeve bij Maastricht (van Kolfschoten, 1985). In het boven Midden Pleistoceen van de laatste twee vindplaatsen is naast de gewone bosmuis ook nog een tweede, kleinere soort aangetroffen, die beschreven is onder de naam A. maastrichtiensis (van Kolfschoten, 1985; 1990a).
De dwergmuis is behalve van Tegelen alleen bekend van de Maasvlakte. De resten van Micromys minutus (Pallas, 1771) die hier zijn aangetroffen, zijn waarschijnlijk van een Holocene ouderdom (van Kolfschoten & Vervoort-Kerhoff, 1999).