Uit de locatie 'Het Gat' van de bodem van de Noordzee zijn een groot aantal Vroeg Pleistocene resten van herten opgevist. In juni 2001 werd vier dagen lang gericht op deze locatie gezocht naar fossielen met de kotter 'Johannes' (SL 27). Tussen de 34 hertenfossielen bevonden zich acht geweiresten van een reuzenhert. Ofschoon in het overzicht van de vondsten Post et al. (2001, tab. 2) deze resten nog tot Megaloceros dawkinsi rekenen, bespreken ze in hun beschrijvingen de mogelijkheid dat een deel van het materiaal zou toebehoren aan Savini's reuzenhert, Megaloceros savini.
Bijzonderheden
Dawkins reuzenhert onderscheidt zich o.a. van het reuzenhert van de steppen, Megaloceros verticornis, doordat de schedel aanzienlijk kleiner moet zijn geweest. De soort werd beschreven op grond van een geweitak van een relatief jong individu in 1882. Het gewei, met name de basis, wordt gekenmerkt door zijn rond-ovale omvang en een knobbel die aangeeft dat er ooit in de vroege voorkomens van deze soort dicht bij de basis van het gewei een oogtak aanwezig moet zijn geweest. Soms ontbreekt deze knobbel. In de literatuur komen we deze soort vooral tegen in East Anglia (Engeland). Het meeste materiaal van de reuzenherten aangetroffen in 'Het Gat' behoort zonder meer toe aan Dawkins reuzenhert. Een compleet skelet van de soort is niet bekend. Het beste schedelmateriaal (geweitakken) van deze wetenschappelijk nog vrij onbekende soort bevindt zich in het Natural History Museum te Londen.
Savin's reuzenhert Megaloceros savini, heeft een gewei dat alleen bestaat uit een gering aantal lange, ronde en hoger in het gewei afgeplatte takken. Deze soort is aanzienlijk minder algemeen dan Megaloceros dawkinsi. Uit 'Het Gat' vermoeden wij de aanwezigheid van deze soort op basis van enkele geweitakfragmenten.
Het zal echter nog wel geruime tijd duren voordat we voldoende materiaal verzameld hebben om exact te kunnen vast te stellen welke herten nu precies vertegenwoordigd zijn in de fauna uit 'Het Gat'. Beide soorten hebben een aanzienlijke geografische verspreiding in het Vroeg- en vooral het Midden-Pleistoceen. Verder is het voorkomen van deze reuzenherten in East Anglia door verschillende onderzoekers aangetoond en East Anglia is niet ver ons vondstgebied verwijderd. We moeten hierbij wel aantekenen dat de taxonomie en de nomenclatuur van de grote herten nog niet helemaal duidelijk is.
Referenties
Dawkins, W.B. 1868 On a new species of deer from the Norwich Crag..- Quarterly Journal Geological Society, London 24 (1): 516-518.
Post, K., D. Mol, J. W.F. Reumer, J. de Vos & C. Laban 2001 Een zoogdierfauna met twee (?) mammoetsoorten uit het Bavelien van de Noordzeebodem tussen Engeland en Nederland. - Grondboor en Hamer 55 (6): 2- 22.