ZOEKEN

MEER ZOOGDIER REGISTER

Bekijk alle zoogdier register in het overzichtNaar overzicht»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Lagomorpha uit het Pleistoceen

Taxonomie

Klasse
Mammalia
Orde
Lagomorpha
Familie
Leporidae
Soort 1
Hypolagus brachygnathus Kormos, 1934
Soort 2
Ochotona pusilla (Pallas, 1769)
Soort 3
Lepus europaeus (Pallas, 1778)
Soort 4
Lepus timidus Linnaeus, 1758
Sneeuwhaas.

Uit het Pleistoceen van Nederland zijn slechts vier soorten van de orde Lagomorpha, de hazen en konijnen, bekend en allemaal van spaarzame vondsten. Dat deze orde zo'n zeldzame verschijning is, komt op het eerste gezicht vreemd voor. Gezien het overweldigende succes van het konijn Oryctolagus cuniculus (Linnaeus, 1758), die zich over grote delen van de wereld, inclusief Australië heeft weten te verspreiden, zou je verwachten dat op zijn minst deze soort talrijk fossiel aanwezig zou zijn. Het konijn is echter een recente toevoeging aan de Nederlandse fauna. Het dier leefde onder andere in het zuiden van Europa, van waaruit het door edelen en kloosters als geschenk werd verspreid. Zo kwam het pas in de 13de eeuw in ons land.


Ofschoon hazen en konijnen vaak aangezien worden voor knaagdieren, vormen zij een aparte orde. Overigens is deze orde wel nauw verwant met de Rodentia. De verschillen tussen de twee ordes zijn duidelijk te zien aan de snijtanden. Knaagdieren hebben in elke kaakhelft slechts één snijtand, terwijl de lagomorfen er twee hebben. Bovendien hebben de snijtanden van knaagdieren alleen aan de voorkant tandglazuur, terwijl die van hazen en konijnen geheel met glazuur bedekt zijn. Maar net als bij knaagdieren hebben de Lagomorpha een grote ruimte (diasteem) tussen de snijtanden en de kiezenrij. Die kiezen zijn hoogkronig en simpel gebouwd. Doordat ze zo simpel gebouwd zijn, geven de kiezen weinig aanwijzingen voor de soortdeterminatie. De premolaren, voor zover ze niet gemolariseerd zijn, geven wat dat betreft betere kenmerken.

Mol, D & Van der Plicht, H. Een haas (orde Lagomorpha, familie Leporidae, geslacht Lepus) van de Laat-Pleistocene fauna van de Noordzeebodem. Cranium 29-2(2012)33-35
De oudste fossielen van haasachtigen van ons land komen uit Tegelen. Hier is Hypolagus brachygnathus Kormos, 1934 gevonden, een soort die vrij algemeen voorkomt in het Laat Tertiair/ Vroeg Quartair van Europa (Schreuder, 1936b).


In het Saalien van de Belvédèregroeve bij Maastricht, in de fauna Belvédère 3 is een P4 gevonden van een fluithaas (van Kolfschoten, 1985). Fluithazen, ook wel pika's genoemd, danken hun naam aan het schrille hoge geluid dat ze maken als waarschuwingsignaal. Door hun ronde oren voldoen ze op het eerste gezicht niet aan het beeld dat wij van hazen hebben. Ze vormen dan ook een aparte onderfamilie, de Ochotonidae. Fluithazen leven op de steppen van Zuidoost Europa en Azië en worden ook in Noord-Amerika gevonden. De kies van de Belvédère is gedetermineerd als de steppepika Ochotona pusilla (Pallas, 1769), de enige fluithaassoort die vandaag de dag nog in Europa voorkomt.


De haas die recent nog in Nederland voorkomt, Lepus europaeus (Pallas, 1778), is fossiel alleen uit het Holoceen bekend. Van Kolfschoten en Vervoort-Kerkhoff (1999) melden vondsten van deze soort van de Maasvlakte. Daarnaast zijn resten van de haas ook gevonden in een aantal zuiggaten langs de grote rivieren. In het Laat Pleistoceen is hier ook de sneeuwhaas, Lepus timidus Linnaeus, 1758 te verwachten. De Jong (1998) meldt een vondst van deze soort bij het Brabantse Lith.

Mol en van der Plicht (2012) melden nieuwe vondsten van Laat Pleistocene hazen van de Zandmotor, de grote met Noorzeezand opgespoten plaat tussen Ter Heijde en Monster. Hier is een kaakje gevonden met meerdere kiezen.

Referenties

  • Jong, T. de 1998 Topstukken uit de diepte; Prehistorische dierenresten uit Noord-Brabant.- Cranium 15 (2): 84-105.
  • Kolfschoten, T. van 1985 The Middle Pleistocene (Saalian) and Late Pleistocene (Weichselian) mammal faunas from Maas-tricht-Belvédère (Southern Limburg, The Netherlands).- Mededelingen Rijks Geologische Dienst 39 (1): 45-74.
  • Kolfschoten, T. van & Y. Vervoort-Kerkhoff 1999 The Pleistocene and Holocene mammalian assemblages from the Maasvlakte near Rotterdam (the Netherlands), with special reference to the Ovibovini Soergelia minor and Praeovibos cf. priscus. - in: Reumer, J.W.F. & J. de Vos (eds.) Elephants have a snorkel! Papers in honour of Paul Y. Sondaar. Deinsea 7: 369-382.
  • Mol, D & H. Van der Plicht 2012 Een haas (orde Lagomorpha, familie Leporidae, geslacht Lepus) van de Laat-Pleistocene fauna van de Noordzeebodem. Cranium 29-2(2012)33-35
  • Schreuder, A. 1936b Hypolagus from the Tegelen Clay; with a note on recent Nesolagus.- Archives Néerlandaises de Zoologie, 2: 225-239.

Meer zoogdier register

Alces alces (Linnaeus, 1758)
Alces gallicus (Azzaroli, 1952)/Alces latifrons (Johnson, 1874)
Alopex lagopus (Linnaeus, 1758) en Vulpes vulpes (Linnaeus, 1758)
Anancus arvernensis (Croizet & Jobert, 1828)
Aonyx antiquus (De Blainville, 1841)
Arvicola
Bison menneri Sher, 1997
Bison priscus Bojanus, 1827
Bos primigenius Bojanus, 1827
Bubalus murrensis (Berckhemer, 1927)
Canis etruscus Forsyth Major, 1877
Canis lupus Linnaeus, 1758
Capra ibex Linnaeus, 1758
Capreolus capreolus (Linnaeus, 1758)
Castor fiber Linnaeus, 1758
Cervus elaphus Linnaeus, 1758
Cervus rhenanus Dubois, 1904
Chalicotherium sp.
Coelodonta antiquitatis (Blumenbach, 1799)
Crocuta crocuta spelaea (Goldfuss, 1810)
Dama dama (Linnaeus, 1758)
Desmaninae uit het Pleistoceen
Eekhoorns uit het Pleistoceen
Elephas antiquus
Enhydrictis ardea (Bravard, 1828)
Equus caballus Linnaeus, 1758
Equus hemionus Pallas, 1775
Equus hydruntinus Regalia, 1907
Equus major Boule, 1927
Erinaceidae uit het Pleistoceen
Eucladoceros ctenoides (Nesti, 1841)
Gazella deperdita (Gervais, 1847)
Gewone mol uit het Pleistoceen
Gulo schlosseri Kormos, 1914
Hamsters en springmuizen uit het Pleistoceen
Hipparion sp.
Hippopotamus amphibius Linnaeus, 1758
Homo sapiens Linnaeus, 1758
Homotherium latidens Owen, 1846
Hyaena brevirostris Aymard, 1846
Hyaena perrieri Croizet & Jobert, 1828
Hystrix refossa Gervais, 1852
Lemmingen uit het Pleistoceen
Leptobos elatus (Pomel, 1853 ex Croizet)
Lutra lutra (Linnaeus, 1758)
Lynx lynx (Linnaeus, 1758)
Macaca sylvanus florentina (Cocchi, 1872)
Mammut borsoni (Hays, 1834)
Mammuthus meridionalis (Nesti, 1825)
Mammuthus primigenius
Mammuthus trogontherii
Megaloceros dawkinsi (Newton, 1882) en Megaloceros savini (Dawkins, 1887)
Megaloceros giganteus (Blumenbach, 1808)
Meles meles (Linnaeus, 1758)
Microtus
Mimomys
Muizen uit het Pleistoceen
Oerhermelijn, wezel en bunzing
Ovibos moschatus (Zimmermann, 1780)
Panthera gombaszoegensis Kretzoi, 1938
Panthera pardus (Linnaeus, 1758)
Panthera spelaea (Goldfuss, 1810)
Praeovibos priscus Staudinger, 1908
Rangifer tarandus (Linnaeus, 1758)
Rosse woelmuis uit het Pleistoceen
Slaapmuizen
Soergelia minor Moyà-Solà, 1987
Spitsmuizen uit het Pleistoceen
Stephanorhinus etruscus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus hemitoechus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus kirchbergensis (Jäger, 1839)
Sus scrofa Linnaeus, 1758
Sus strozzii Meneghini; Forsyth Major, 1881
Tapirus arvernensis Croizet & Jobert, 1828
Trogontherium cuvieri Fischer von Waldheim, 1809
Ungaromys
Ursus arctos Linnaeus, 1758 & U. deningeri Von Reichenau, 1904
Ursus etruscus Cuvier, 1823
Ursus spelaeus Rosenmüller & Heinroth, 1794
Woelmuizen uit het Pleistoceen