ZOEKEN

MEER ZOOGDIER REGISTER

Bekijk alle zoogdier register in het overzichtNaar overzicht»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Hipparion sp.

Taxonomie

Klasse
Mammalia
Orde
Perissodactyla
Familie
Equidae
Geslacht
Hipparion
Soort
Hipparion sp.

Voorkomen

Hipparion.

Mol (1992c) meldde de vondst van een beschadigde bovenkaakskies van het drieteenpaard Hipparion, die hem tijdens een determinatiebijeenkomst van de Werkgroep Pleistocene Zoogdieren was getoond door wijlen O. Stolzenbach. In dat artikel werd gemeld dat het fossiel gevonden zou zijn in de groeve 'Hoogdonk B.V.' te Liessel. Daar waren al meer typisch Tertiaire zoogdieren bekend, zoals Borson's mastodont, Mammut borsoni en de mastodont van Auvergne, Anancus arvernensis. Die vindplaats is echter niet correct. In feite was de kies gevonden in een kleine zandwinning bij Langenboom in De Peel (Noord-Brabant) door de machinist van de zandzuiger, dhr. A. Thijssen. Zoogdiervondsten uit Langenboom zijn zeldzaam, maar inmiddels zijn in de put onder andere ook kiezen van Anancus arvernensis en het Vroeg Pleistocene zwijn Sus strozzii gevonden.

 

Vanaf 2000 werd de  zandwinning te Langenboom op grote schaal uitgebreid. Sindsdien zijn nieuwe vondsten van Hipparion aan het licht gekomen. Zo is er een stuk van een onderkaakssymphyse opgebaggerd dat volgens Peters (2013) met zekerheid kan worden toegeschreven aan Hipparion.

Bijzonderheden

Kies hipparion uit Langenboom.

Hipparion was een uiterst succesvol geslacht. Het is van oorsprong een Amerikaans genus, dat aan het begin van het Laat Mioceen de oversteek naar Europa maakte. Daar verspreidden deze paarden zich snel. In Laat Miocene fauna's van Europa kunnen de verschillende Hipparionsoorten tot 80% van de fauna uitmaken. Het drieteenpaard stierf uit aan het eind van het Tertiair en zijn rol in het ecosysteem werd overgenomen door Equus. Het opvallendste verschil tussen deze twee genera zit in de opbouw van de poot. Waar Hipparion nog twee zijtenen heeft naast de middelste hoef, zijn deze bij Equus verdwenen. De bijbehorende metapoden zijn in Equus ook sterk gereduceerd en vormen de zogenaamde griffelbeentjes.


Op het eerste gezicht lijken de kiezen van Hipparion sterk op die van een klein paard. Ze zijn ook hoogkronig en hebben een ingewikkeld emailpatroon. Toch is er een eenvoudig kenmerk om de bovenkaakskiezen te onderscheiden. De knobbel aan de tongzijde, het protocoon, vormt bij Hipparion een losliggend eilandje van email. Bij alle soorten van het geslacht Equus, waartoe de recente paarden, ezels en zebra's behoren, is het protocoon met emailrichels met de andere knobbels verbonden (Mol, 1992c).

Referenties

  • Mol, D. 1992c De vondst van de maand: Het drietenige paard uit Nederlandse bodem.- Cranium 9 (1): 41.
  • Peters, N., 2013 Van Reuzenhaai tot Chalicotherium: Fossielen uit Mill-Langenboom. ISBN 9789080764231. Uitgeverij: Museum de Groene Poort, 160 p.

Meer zoogdier register

Alces alces (Linnaeus, 1758)
Alces gallicus (Azzaroli, 1952)/Alces latifrons (Johnson, 1874)
Alopex lagopus (Linnaeus, 1758) en Vulpes vulpes (Linnaeus, 1758)
Anancus arvernensis (Croizet & Jobert, 1828)
Aonyx antiquus (De Blainville, 1841)
Arvicola
Bison menneri Sher, 1997
Bison priscus Bojanus, 1827
Bos primigenius Bojanus, 1827
Bubalus murrensis (Berckhemer, 1927)
Canis etruscus Forsyth Major, 1877
Canis lupus Linnaeus, 1758
Capra ibex Linnaeus, 1758
Capreolus capreolus (Linnaeus, 1758)
Castor fiber Linnaeus, 1758
Cervus elaphus Linnaeus, 1758
Cervus rhenanus Dubois, 1904
Chalicotherium sp.
Coelodonta antiquitatis (Blumenbach, 1799)
Crocuta crocuta spelaea (Goldfuss, 1810)
Dama dama (Linnaeus, 1758)
Desmaninae uit het Pleistoceen
Eekhoorns uit het Pleistoceen
Elephas antiquus
Enhydrictis ardea (Bravard, 1828)
Equus caballus Linnaeus, 1758
Equus hemionus Pallas, 1775
Equus hydruntinus Regalia, 1907
Equus major Boule, 1927
Erinaceidae uit het Pleistoceen
Eucladoceros ctenoides (Nesti, 1841)
Gazella deperdita (Gervais, 1847)
Gewone mol uit het Pleistoceen
Gulo schlosseri Kormos, 1914
Hamsters en springmuizen uit het Pleistoceen
Hippopotamus amphibius Linnaeus, 1758
Homo sapiens Linnaeus, 1758
Homotherium latidens Owen, 1846
Hyaena brevirostris Aymard, 1846
Hyaena perrieri Croizet & Jobert, 1828
Hystrix refossa Gervais, 1852
Lagomorpha uit het Pleistoceen
Lemmingen uit het Pleistoceen
Leptobos elatus (Pomel, 1853 ex Croizet)
Lutra lutra (Linnaeus, 1758)
Lynx lynx (Linnaeus, 1758)
Macaca sylvanus florentina (Cocchi, 1872)
Mammut borsoni (Hays, 1834)
Mammuthus meridionalis (Nesti, 1825)
Mammuthus primigenius
Mammuthus trogontherii
Megaloceros dawkinsi (Newton, 1882) en Megaloceros savini (Dawkins, 1887)
Megaloceros giganteus (Blumenbach, 1808)
Meles meles (Linnaeus, 1758)
Microtus
Mimomys
Muizen uit het Pleistoceen
Oerhermelijn, wezel en bunzing
Ovibos moschatus (Zimmermann, 1780)
Panthera gombaszoegensis Kretzoi, 1938
Panthera pardus (Linnaeus, 1758)
Panthera spelaea (Goldfuss, 1810)
Praeovibos priscus Staudinger, 1908
Rangifer tarandus (Linnaeus, 1758)
Rosse woelmuis uit het Pleistoceen
Slaapmuizen
Soergelia minor Moyà-Solà, 1987
Spitsmuizen uit het Pleistoceen
Stephanorhinus etruscus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus hemitoechus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus kirchbergensis (Jäger, 1839)
Sus scrofa Linnaeus, 1758
Sus strozzii Meneghini; Forsyth Major, 1881
Tapirus arvernensis Croizet & Jobert, 1828
Trogontherium cuvieri Fischer von Waldheim, 1809
Ungaromys
Ursus arctos Linnaeus, 1758 & U. deningeri Von Reichenau, 1904
Ursus etruscus Cuvier, 1823
Ursus spelaeus Rosenmüller & Heinroth, 1794
Woelmuizen uit het Pleistoceen