ZOEKEN

MEER ZOOGDIER REGISTER

Bekijk alle zoogdier register in het overzichtNaar overzicht»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Gulo schlosseri Kormos, 1914

Taxonomie

Klasse
Mammalia
Orde
Carnivora
Familie
Mustelidae
Geslacht
Gulo
Soort
Gulo schlosseri Kormos, 1914

Voorkomen

Schlosser's veelvraat.
Veelvraten of wargen zijn zeer zeldzaam in Pleistocene fauna's, niet alleen in Europa en Azië maar ook in Noord Amerika. Een uitzondering is Tornewton Cave, in de zogenaamde Glutton Stratum een aantal fossielen van Gulo gulo gevonden werden. Uit Nederland is maar één vondst van een veelvraat bekend. Een linker onderkaak met p3 en p4 werd opgebaggerd uit de Put van Weber, een zandwinningput in Nieuwegein (Van Kolfschoten, 2001). Deze put leverde een aantal Holocene en Laat Pleistocene vondsten op, maar ook soorten uit het Vroeg of Midden Pleistoceen, zoals Mammuthus meridionalis, Stephanorhinus cf. etruscus en Trogontherium cuvieri. De Gulo moet waarschijnlijk ook tot deze oude fauna-elementen worden gerekend. Zowel in grootte als in een aantal morfologische kenmerken komt de kaak overeen met G. schlosseri, een Vroeg tot Midden Pleistocene soort. Het kaakfragment bevindt zich in de collectie van mevrouw Carla Brouwer te Huizen en is ingeschreven onder nummer N3.

Bijzonderheden

De veelvraat leeft tegenwoordig in het hoge noorden van zowel Eurazië als Noord-Amerika. Qua grootte is het dier vergelijkbaar met de das. De naam is geen verwijzing naar zijn eetgewoonten, maar een verbastering van het Noorse Fjellkatte, hetgeen bergkat betekent. Hetgeen niet wegneemt dat de veelvraat een formidabele jager kan zijn. Het dier is in staat om een rendier of zelfs een jonge eland te doden. Meestal leeft hij echter van kleine zoogdieren of aas. Dat veelvraten graag aan botten knagen blijkt wel uit de Siberische vindplaats Berelekh. Bijna 20 % van de daar aangetroffen mammoetbeenderen was aangeknaagd door veelvraten. Het is dus zeker niet uit te sluiten dat sommige van de knaagsporen op Laat Pleistocene botten in ons land ook door veelvraten zijn gemaakt. Berelekh leverde naast de vraatsporen ook een 12.000 jaar oude mummie van een veelvraat.

 

De Vroeg tot Midden Pleistocene Gulo schlosseri is slechts bekend uit een aantal vindplaatsen in Roemenië, Hongarije, Frankrijk, Duitsland en Engeland (Van Kolfschoten, 2001). Vondsten uit Noord Amerika werden aanvankelijk beschreven als een aparte soort, G. gidleyi. Tegenwoordig worden deze echter ook tot G. schlosseri gerekend. G. schlosseri was kleiner dan de recente veelvraat G. gulo. Uit het noordoosten van Rusland is een nog kleinere veelvraat bekend. Van deze G. minor is alleen een onderkaak gevonden (Sotnikova, 1982). De soort zou de voorouder zijn van G. schlosseri.

 

Gulo schlosseri is op zijn beurt de voorouder van de Laat Pleistocene Gulo gulo. Fossiele vondsten van deze veelvraat, die nog steeds leeft in onder meer Noorwegen en Finland, lieten in ons land lange tijd op zich wachten. Uiteindelijk beschreven Mol et al. (2007) een onderkaak die is opgevist van de Noordzeebodem. Deze onderkaak met meerdere kiezen  bewijst dat Gulo gulo tijdens het Laat Pleistoceen ook in ons land voorkwam.

Referenties

  • Kolfschoten, T. van 2001 A fossil wolverine Gulo schlosseri (Carnivora, Mustelidae) from Nieuwegein, The Netherlands. Lynx, n.s. 32/2001: 183-191.
  • Mol, D, K. Tanis en W. van Logchem, 2007 Eindelijk! Een vondst van een laat-pleistocene veelvraat (Gulo gulo LINAEUS, 1758) van de Noordzee-bodem. In: Cranium vol 24, nr. 2 p. 3-10
  • Sotnikova, M.V. 1982 K istorii roda Gulo v Yevrazii [A contribution to the history of the genus Gulo in Eurasia]. - in: N.K Vereshchagin & I.Y. Kuzmina (eds). Mamontovaya fauna aziatskoy chasti SSSR [The mammoth fauna of the Asiatic part of the USSR]. Trudy Zoologicheskogo Instituta 111: 65-73, 92.

Meer zoogdier register

Alces alces (Linnaeus, 1758)
Alces gallicus (Azzaroli, 1952)/Alces latifrons (Johnson, 1874)
Alopex lagopus (Linnaeus, 1758) en Vulpes vulpes (Linnaeus, 1758)
Anancus arvernensis (Croizet & Jobert, 1828)
Aonyx antiquus (De Blainville, 1841)
Arvicola
Bison menneri Sher, 1997
Bison priscus Bojanus, 1827
Bos primigenius Bojanus, 1827
Bubalus murrensis (Berckhemer, 1927)
Canis etruscus Forsyth Major, 1877
Canis lupus Linnaeus, 1758
Capra ibex Linnaeus, 1758
Capreolus capreolus (Linnaeus, 1758)
Castor fiber Linnaeus, 1758
Cervus elaphus Linnaeus, 1758
Cervus rhenanus Dubois, 1904
Chalicotherium sp.
Coelodonta antiquitatis (Blumenbach, 1799)
Crocuta crocuta spelaea (Goldfuss, 1810)
Dama dama (Linnaeus, 1758)
Desmaninae uit het Pleistoceen
Eekhoorns uit het Pleistoceen
Elephas antiquus
Enhydrictis ardea (Bravard, 1828)
Equus caballus Linnaeus, 1758
Equus hemionus Pallas, 1775
Equus hydruntinus Regalia, 1907
Equus major Boule, 1927
Erinaceidae uit het Pleistoceen
Eucladoceros ctenoides (Nesti, 1841)
Gazella deperdita (Gervais, 1847)
Gewone mol uit het Pleistoceen
Hamsters en springmuizen uit het Pleistoceen
Hipparion sp.
Hippopotamus amphibius Linnaeus, 1758
Homo sapiens Linnaeus, 1758
Homotherium latidens Owen, 1846
Hyaena brevirostris Aymard, 1846
Hyaena perrieri Croizet & Jobert, 1828
Hystrix refossa Gervais, 1852
Lagomorpha uit het Pleistoceen
Lemmingen uit het Pleistoceen
Leptobos elatus (Pomel, 1853 ex Croizet)
Lutra lutra (Linnaeus, 1758)
Lynx lynx (Linnaeus, 1758)
Macaca sylvanus florentina (Cocchi, 1872)
Mammut borsoni (Hays, 1834)
Mammuthus meridionalis (Nesti, 1825)
Mammuthus primigenius
Mammuthus trogontherii
Megaloceros dawkinsi (Newton, 1882) en Megaloceros savini (Dawkins, 1887)
Megaloceros giganteus (Blumenbach, 1808)
Meles meles (Linnaeus, 1758)
Microtus
Mimomys
Muizen uit het Pleistoceen
Oerhermelijn, wezel en bunzing
Ovibos moschatus (Zimmermann, 1780)
Panthera gombaszoegensis Kretzoi, 1938
Panthera pardus (Linnaeus, 1758)
Panthera spelaea (Goldfuss, 1810)
Praeovibos priscus Staudinger, 1908
Rangifer tarandus (Linnaeus, 1758)
Rosse woelmuis uit het Pleistoceen
Slaapmuizen
Soergelia minor Moyà-Solà, 1987
Spitsmuizen uit het Pleistoceen
Stephanorhinus etruscus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus hemitoechus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus kirchbergensis (Jäger, 1839)
Sus scrofa Linnaeus, 1758
Sus strozzii Meneghini; Forsyth Major, 1881
Tapirus arvernensis Croizet & Jobert, 1828
Trogontherium cuvieri Fischer von Waldheim, 1809
Ungaromys
Ursus arctos Linnaeus, 1758 & U. deningeri Von Reichenau, 1904
Ursus etruscus Cuvier, 1823
Ursus spelaeus Rosenmüller & Heinroth, 1794
Woelmuizen uit het Pleistoceen