ZOEKEN

MEER ZOOGDIER REGISTER

Bekijk alle zoogdier register in het overzichtNaar overzicht»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Canis etruscus Forsyth Major, 1877

Taxonomie

Klasse
Mammalia
Orde
Carnivora
Familie
Canidae
Geslacht
Canis
Soort
Canis etruscus Forsyth Major, 1877

Voorkomen

Etruskische wolf.

In de zomer van 1986 viste de 'Johannes' van schipper Piet van Es uit het Deep Water Channel een zwaar gefossiliseerde tweede halswervel (draaier of epistropheus) van een roofdier op. Het fossiel bevindt zich thans in de collectie Mol (nr. 1153). Het Deep Water Channel staat bekend om zijn Vroeg Pleistocene fauna. De fossilisatiegraad van het fossiel kwam goed overeen met die van andere Vroeg Pleistocene vondsten uit dit gebied, waaronder resten van de zuidelijke olifant Mammuthus meridionalis. Bosscha Erdbrink (1991b) identificeerde de draaier als een Canis en voegde eraan toe dat het beter was om in het midden te laten of het hier ging om de wolf C. lupus of de Etruskische wolf C. etruscus. Van Essen en Mol (1996) plaatsten deze vondst als ‘Canis sp. (cf. Canis etruscus)' op hun faunalijst van de Noordzeebodem.


De laatste jaren zijn er meer zwaar gefossiliseerde resten van een hondachtige opgevist uit de Noordzee. Deze fossielen komen zowel uit het Deep Water Channel als uit de locatie Het Gat, een andere vindplaats van Vroeg Pleistocene fossielen. Deze nog ongepubliceerde botten in de collecties van Mol en Kommer Tanis kunnen misschien uitsluitsel geven of het hier inderdaad gaat om resten van de Etruskische wolf, of dat we toch te maken hebben met een vroeg voorkomen van de recente wolf.


Een linker bovenkaak van een wolfachtige van de Maasvlakte (collectie Kerkhoff, RM 89) behoort mogelijk ook tot deze soort. Kerkhoff (1992) deelt op basis van de grootte het stuk in bij zijn categorie 'kleine wolfachtigen', waartoe hij op basis van literatuurgegevens ook Canis etruscus en een reeks -mogelijke- synoniemen rekent. Het fossiel vertoont de hoge graad van fossilisatie die kenmerkend wordt geacht voor de laat Vroeg/ vroeg Midden Pleistocene Maasvlakte fauna I als gedefinieerd door Van Kolfschoten en Vervoort-Kerkhoff (1999). Laatstgenoemde auteurs voeren echter geen hondachtige op voor deze fauna.

De meest recente vondst betreft een linker onderkaak met twee kiezen. Het kaakje werd opgevist tijdens de Kor en Bottocht op de Oosterschelde in september 2012. Schipper Jaap Schot haalde het fossiel naar boven met zijn mosselkotter ZZ10. Het zwaar geminereraliseerde stuk werd opgevist uit de Gastenput voor de kust van Schouwen-Duiveland. Piskoulis (2013) onderzocht het kaakje en determineerde het als Canis etruscus.

Bijzonderheden

Kaak uit de Oosterschelde.
De Etruskische wolf is een wolfachtige ter grootte van een schaapshond en wordt algemeen beschouwd als de voorouder van de echte wolf. De Etruskische wolf is een soort uit het Vroeg Pleistoceen. In het Midden Pleistoceen vinden we Canis mosbachensis, die als tussenvorm tussen C. etruscus en C. lupus wordt gezien. Deze wolfachtige wordt soms als een aparte soort beschouwd, maar we komen hem in de literatuur ook wel tegen als ondersoort van C. etruscus danwel C. lupus. Kerkhoff (1992) gaf al aan dat de onderlinge verschillen tussen de verscheidene Pleistocene wolfachtigen klein zijn, maar dat dit auteurs er niet van weerhouden heeft om in het verleden tal van verschillende (onder)soorten te definieren. Er moet dus nog veel worden opgehelderd in de taxonomie van de Pleistocene wolven. Wel duidelijk is de algemene trend, waarbij de recente wolf is ontstaan uit een kleinere Vroeg en Midden-Pleistocene voorouder.

Referenties

  • Essen, H. van & D. Mol 1996 Plio-Pleistocene proboscideans from the southern bight of the North Sea and the Eastern Scheldt, The Netherlands.- Chapter 20 in: Shoshani, J and P. Tassy (eds); The Proboscidea: Trends in Evolution and Palaeo-cology. Oxford University Press, Oxford: 214-224.
  • Kerkhoff, N. 1992 Hond of Wolf?.- Cranium 9 (2): 89-104.
  • Kolfschoten, T. van & Y. Vervoort-Kerkhoff 1999 The Pleistocene and Holocene mammalian assemblages from the Maasvlakte near Rotterdam (the Netherlands), with special reference to the Ovibovini Soergelia minor and Praeovibos cf. priscus. - in: Reumer, J.W.F. & J. de Vos (eds.) Elephants have a snorkel! Papers in honour of Paul Y. Sondaar. Deinsea 7: 369-382.
  • Peterson, R.O. 1977 Wolf ecology and prey relationships on Isle Royale. - U.S. National Park Services scientific monographies 11: 1- 210.
  • Piskoulis, P. 2013 Pleistocene macrofaunae from NW Europe: Changes in response to Pleistocene climate change and a new find of Canis etruscus
    (Oosterschelde, the Netherlands) contributes to the ‘Wolf Event'. Master Thesis University of Utrecht.
  • Roding, G.M. 1973 Eindelijk een zekere vondst van een IJstijdwolf?- Grondboor en Hamer 27 (2): 49-54.

Meer zoogdier register

Alces alces (Linnaeus, 1758)
Alces gallicus (Azzaroli, 1952)/Alces latifrons (Johnson, 1874)
Alopex lagopus (Linnaeus, 1758) en Vulpes vulpes (Linnaeus, 1758)
Anancus arvernensis (Croizet & Jobert, 1828)
Aonyx antiquus (De Blainville, 1841)
Arvicola
Bison menneri Sher, 1997
Bison priscus Bojanus, 1827
Bos primigenius Bojanus, 1827
Bubalus murrensis (Berckhemer, 1927)
Canis lupus Linnaeus, 1758
Capra ibex Linnaeus, 1758
Capreolus capreolus (Linnaeus, 1758)
Castor fiber Linnaeus, 1758
Cervus elaphus Linnaeus, 1758
Cervus rhenanus Dubois, 1904
Chalicotherium sp.
Coelodonta antiquitatis (Blumenbach, 1799)
Crocuta crocuta spelaea (Goldfuss, 1810)
Dama dama (Linnaeus, 1758)
Desmaninae uit het Pleistoceen
Eekhoorns uit het Pleistoceen
Elephas antiquus
Enhydrictis ardea (Bravard, 1828)
Equus caballus Linnaeus, 1758
Equus hemionus Pallas, 1775
Equus hydruntinus Regalia, 1907
Equus major Boule, 1927
Erinaceidae uit het Pleistoceen
Eucladoceros ctenoides (Nesti, 1841)
Gazella deperdita (Gervais, 1847)
Gewone mol uit het Pleistoceen
Gulo schlosseri Kormos, 1914
Hamsters en springmuizen uit het Pleistoceen
Hipparion sp.
Hippopotamus amphibius Linnaeus, 1758
Homo sapiens Linnaeus, 1758
Homotherium latidens Owen, 1846
Hyaena brevirostris Aymard, 1846
Hyaena perrieri Croizet & Jobert, 1828
Hystrix refossa Gervais, 1852
Lagomorpha uit het Pleistoceen
Lemmingen uit het Pleistoceen
Leptobos elatus (Pomel, 1853 ex Croizet)
Lutra lutra (Linnaeus, 1758)
Lynx lynx (Linnaeus, 1758)
Macaca sylvanus florentina (Cocchi, 1872)
Mammut borsoni (Hays, 1834)
Mammuthus meridionalis (Nesti, 1825)
Mammuthus primigenius
Mammuthus trogontherii
Megaloceros dawkinsi (Newton, 1882) en Megaloceros savini (Dawkins, 1887)
Megaloceros giganteus (Blumenbach, 1808)
Meles meles (Linnaeus, 1758)
Microtus
Mimomys
Muizen uit het Pleistoceen
Oerhermelijn, wezel en bunzing
Ovibos moschatus (Zimmermann, 1780)
Panthera gombaszoegensis Kretzoi, 1938
Panthera pardus (Linnaeus, 1758)
Panthera spelaea (Goldfuss, 1810)
Praeovibos priscus Staudinger, 1908
Rangifer tarandus (Linnaeus, 1758)
Rosse woelmuis uit het Pleistoceen
Slaapmuizen
Soergelia minor Moyà-Solà, 1987
Spitsmuizen uit het Pleistoceen
Stephanorhinus etruscus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus hemitoechus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus kirchbergensis (Jäger, 1839)
Sus scrofa Linnaeus, 1758
Sus strozzii Meneghini; Forsyth Major, 1881
Tapirus arvernensis Croizet & Jobert, 1828
Trogontherium cuvieri Fischer von Waldheim, 1809
Ungaromys
Ursus arctos Linnaeus, 1758 & U. deningeri Von Reichenau, 1904
Ursus etruscus Cuvier, 1823
Ursus spelaeus Rosenmüller & Heinroth, 1794
Woelmuizen uit het Pleistoceen