ZOEKEN

MEER ZOOGDIER REGISTER

Bekijk alle zoogdier register in het overzichtNaar overzicht»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Aonyx antiquus (De Blainville, 1841)

Taxonomie

Klasse
Mammalia
Orde
Carnivora
Familie
Mustelidae
Geslacht
Aonyx
Soort
Aonyx antiquus (De Blainville, 1841)

Voorkomen

Vingerotter.

De eerste Aonyx-vondst uit ons land was een linker onderkaakshelft van de Maasvlakte (Van Kolfschoten & Vervoort-Kerkhoff, 1986; Vervoort-Kerkhoff & Van Kolfschoten, 1988). Op de Maasvlakte worden fossielen uit verschillende tijdsperioden door elkaar gevonden. Op grond van de fossilisatiegraad is de Aonyx-kaak geplaatst in het laat Vroeg Pleistoceen (Van Kolfschoten & Vervoort-Kerkhoff, 1999). Willemsen (1992), die de soort antiqua in het geslacht Cyraonyx plaatste, wees erop dat in de overige Europese vindplaatsen nergens een fossiel van die hoge ouderdom bekend is. Het stratigrafische bereik dat uit deze vindplaatsen afgeleid kan worden, reikt van het late Holsteinien tot het Eemien of zelfs het Vroeg Weichselien.


Een tweede vondst, het voorste gedeelte van een schedel, was opgezogen in de Markerwaard (Van Bree et al., 1999). Op grond van de lithostratigrafische gegevens geven de auteurs het een Eemien of vroeg Weichselien ouderdom,. Verschillen met de huidige Aonyx-soorten zouden zo gering zijn dat het niet gerechtvaardigd is de soort in een ander genus onder te brengen, zoals Willemsen (1992) had voorgesteld. Verder geven ze aan dat de correcte naam antiquus moet zijn en niet antiqua.


Een derde vondst, een linker onderkaakshelft, komt van het strand van Cadzand (Current & Stewart, 2000). Het was op het strand gekomen met opgespoten zand uit de Noordzee. Het fossiel goed gemineraliseerd. Post et al. (2001) beschreven een fauna van goed gemineraliseerde botten uit de Noordzee, die ze plaatsten in het laat Vroeg Pleistoceen. Wat dat betreft komen de fossielen uit Cadzand goed overeen met die van de Maasvlakte. In beide gevallen gaat het echter om losse vondsten. Pas als Aonyx-fossielen in stratigrafisch verband worden aangetroffen, kunnen we met zekerheid stellen dat deze soort hier al in het laat Vroeg Pleistoceen voorkwam.

Bijzonderheden

Aonyx antiquus is een vrij zeldzame verschijning in het Pleistoceen van Europa. Vondsten zijn bekend uit Roter Berg bij Saalfeld, Weimar-Ehringsdorf (Duitsland), Tornewton Cave (Engeland), Carrière d'Arensan, Biache-Saint-Vaast, ?Montsaunes (Frankrijk) en ?Verona (Italië) (Willemsen, 1992). Met drie vondsten heeft Nederland dus een groot aandeel is in de totale hoeveelheid vondsten. Op zich is dat niet verwonderlijk, aangezien het hier om een kustbewonende otter gaat.


De soort is van Lutra lutra te onderscheiden door de meer robuuste kiezen, het grote talon van de laatste bovenkaakpremolaar en het brede talonid van de eerste onderkaakmolaar. Aonyx antiquus is verwant aan de huidige 'klauwloze' vingerotters uit Afrika en Zuidoost Azië. Ze hebben een tamelijk vlakke schedel, waarbij de ogen iets dorsaal zijn geplaatst. De achterste tanden zijn relatief groot met een tamelijk vlak kauwoppervlak, bezet met kleine knobbels. Dit zou er op kunnen duiden dat hun dieet bestaat uit prooien met een harde schaal, zoals krabben, rivierkreeften en mollusken. Dat neemt niet weg dat ze zo nu en dan ook wel eens een visje, amfibie, klein zoogdiertje of insecten zullen hebben gegeten. (Van Bree et al., 1999).

Referenties

  • Bree, P.J.H. van, D.P. Bosscha Erdbrink & F.J. Roescher 1999 A second find of Aonyx antiquus in the Netherlands, and some remarks on Aonyx and allied forms (Mammalia, Carnivora, Mustelidae).- in: Reumer J. W.F. and De Vos, J. (eds), 1999. Elephants have a snorkel! Papers in honour of Paul Y. Sondaar.- Deinsea 7: 313- 323.
  • Current A. & J. Stewart 2000 Vondst van de maand: A rare Lutrine fossil from the beach at Cadzand, The Netherlands.- Cranium 17 (2): 78-79.
  • Kolfschoten, T. van & Y. Vervoort-Kerkhoff 1986 Eén miljoen jaar Rijnmond: Uitgave Diergaarde Blijdorp, Rotterdam: 1-68.
  • Kolfschoten, T. van & Y. Vervoort-Kerkhoff 1999 The Pleistocene and Holocene mammalian assemblages from the Maasvlakte near Rotterdam (the Netherlands), with special reference to the Ovibovini Soergelia minor and Praeovibos cf. priscus. - in: Reumer, J.W.F. & J. de Vos (eds.) Elephants have a snorkel! Papers in honour of Paul Y. Sondaar. Deinsea 7: 369-382.
  • Post, K., D. Mol, J. W.F. Reumer, J. de Vos & C. Laban 2001 Een zoogdierfauna met twee (?) mammoetsoorten uit het Bavelien van de Noordzeebodem tussen Engeland en Nederland. - Grondboor en Hamer 55 (6): 2- 22.
  • Vervoort-Kerkhoff, Y. & T. van Kolfschoten 1988 Pleistocene and Holocene Mammalian Faunas from the Maasvlakte near Rotterdam (The Netherlands).- Medededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie 25 (1): 87-98.
  • Willemsen, G.F. 1992 A revision of the Pliocene and Quaternary Lutrinae from Europe.- Scripta Geologica 101: 1-115.

Meer zoogdier register

Alces alces (Linnaeus, 1758)
Alces gallicus (Azzaroli, 1952)/Alces latifrons (Johnson, 1874)
Alopex lagopus (Linnaeus, 1758) en Vulpes vulpes (Linnaeus, 1758)
Anancus arvernensis (Croizet & Jobert, 1828)
Arvicola
Bison menneri Sher, 1997
Bison priscus Bojanus, 1827
Bos primigenius Bojanus, 1827
Bubalus murrensis (Berckhemer, 1927)
Canis etruscus Forsyth Major, 1877
Canis lupus Linnaeus, 1758
Capra ibex Linnaeus, 1758
Capreolus capreolus (Linnaeus, 1758)
Castor fiber Linnaeus, 1758
Cervus elaphus Linnaeus, 1758
Cervus rhenanus Dubois, 1904
Chalicotherium sp.
Coelodonta antiquitatis (Blumenbach, 1799)
Crocuta crocuta spelaea (Goldfuss, 1810)
Dama dama (Linnaeus, 1758)
Desmaninae uit het Pleistoceen
Eekhoorns uit het Pleistoceen
Elephas antiquus
Enhydrictis ardea (Bravard, 1828)
Equus caballus Linnaeus, 1758
Equus hemionus Pallas, 1775
Equus hydruntinus Regalia, 1907
Equus major Boule, 1927
Erinaceidae uit het Pleistoceen
Eucladoceros ctenoides (Nesti, 1841)
Gazella deperdita (Gervais, 1847)
Gewone mol uit het Pleistoceen
Gulo schlosseri Kormos, 1914
Hamsters en springmuizen uit het Pleistoceen
Hipparion sp.
Hippopotamus amphibius Linnaeus, 1758
Homo sapiens Linnaeus, 1758
Homotherium latidens Owen, 1846
Hyaena brevirostris Aymard, 1846
Hyaena perrieri Croizet & Jobert, 1828
Hystrix refossa Gervais, 1852
Lagomorpha uit het Pleistoceen
Lemmingen uit het Pleistoceen
Leptobos elatus (Pomel, 1853 ex Croizet)
Lutra lutra (Linnaeus, 1758)
Lynx lynx (Linnaeus, 1758)
Macaca sylvanus florentina (Cocchi, 1872)
Mammut borsoni (Hays, 1834)
Mammuthus meridionalis (Nesti, 1825)
Mammuthus primigenius
Mammuthus trogontherii
Megaloceros dawkinsi (Newton, 1882) en Megaloceros savini (Dawkins, 1887)
Megaloceros giganteus (Blumenbach, 1808)
Meles meles (Linnaeus, 1758)
Microtus
Mimomys
Muizen uit het Pleistoceen
Oerhermelijn, wezel en bunzing
Ovibos moschatus (Zimmermann, 1780)
Panthera gombaszoegensis Kretzoi, 1938
Panthera pardus (Linnaeus, 1758)
Panthera spelaea (Goldfuss, 1810)
Praeovibos priscus Staudinger, 1908
Rangifer tarandus (Linnaeus, 1758)
Rosse woelmuis uit het Pleistoceen
Slaapmuizen
Soergelia minor Moyà-Solà, 1987
Spitsmuizen uit het Pleistoceen
Stephanorhinus etruscus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus hemitoechus (Falconer, 1868)
Stephanorhinus kirchbergensis (Jäger, 1839)
Sus scrofa Linnaeus, 1758
Sus strozzii Meneghini; Forsyth Major, 1881
Tapirus arvernensis Croizet & Jobert, 1828
Trogontherium cuvieri Fischer von Waldheim, 1809
Ungaromys
Ursus arctos Linnaeus, 1758 & U. deningeri Von Reichenau, 1904
Ursus etruscus Cuvier, 1823
Ursus spelaeus Rosenmüller & Heinroth, 1794
Woelmuizen uit het Pleistoceen