Vogelbotten behoren tot de meest zeldzame fossielen. Omdat ze hol en dun zijn en daardoor breekbaar, blijven ze slecht bewaard. Door een gebrek aan vondsten hebben we geen goed beeld van de vogels die in het verleden door ons luchtruim vlogen.
Toch zijn er een paar plekken waar vogelresten zijn gevonden. De meest bijzondere plek is Maastricht. De krijtlagen rond die stad hebben onze oudste vogel opgeleverd. Het is een 65 miljoen jaar oude zeevogel die veel weghad van een stern. Wat aantallen en diversiteit betreft is Langenboom in Noord-Brabant onze belangrijkste vindplaats. In de Miocene en Pliocene zeezanden die hier worden opgebaggerd, zijn honderden vogelbotten aangetroffen. Ze behoren tot tientallen soorten, waarvan albatros en keerkringvogel de meest opzienbarende zijn. Andere vindplaatsen zijn de afvalkuilen in nederzettingen van prehistorische bewoners van ons land. Tussen het in de grond begraven etensafval zijn botten aangetroffen van kroeskoppelikaan en zeearend, ja zelfs van reuzenalk!