ZOEKEN

MEER LANDSCHAPSVORMEN

Bekijk alle landschapsvormen in het overzichtNaar overzicht»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Hoogveen

Hoogveen wordt onder water gevormd, maar boven de grondwaterspiegel. Het bestaat vrijwel uitsluitend uit de resten van veenmos (Sphagnum), dat dikke kussens vormt en regenwater vasthoudt, waardoor de waterspiegel van het hoogveengebied boven de lokale grondwaterstand kan uitstijgen. Dit voorkomt dat de kussens uitdrogen. Hoogveen komt vooral in het noorden, oosten en zuiden van ons land voor. Vroeger was het ook in West- en Midden-Nederland te vinden, maar daar is het veen ontwaterd om te gebruiken als landbouwgrond, met het gevolg dat het veen wegrotte.

Hoe ziet hoogveen er uit?

Levend veenmos.

Hoogveen is een pakket van op elkaar gepakte, onverteerde, dode plantenresten, voornamelijk veenmos. Dit veenmos groeit, soms in de vorm van kussens, aan het veenoppervlak en zuigt zich als een spons vol met regenwater. In hoogveen groeien maar enkele andere plantensoorten. Op hoger gelegen plaatsen komt wollegras voor en op drogere plaatsen diverse heidesoorten. Hoogveen heeft een bruine tot zwarte kleur en is in duizenden jaren uitgegroeid tot een pakket van plaatselijk wel vijf of zes meter dikte.

Hoe is hoogveen ontstaan?

Hoogveen.

Hoogveen is veen dat gevormd is boven de regionale grondwaterstand. Het kan op twee manieren ontstaan. Een manier is die waarbij hoogveen wordt gevormd in gebieden met een slechte afwatering. In Groningen en Drenthe ligt het beekdal het Hunzedal. In het Saalien (ongeveer 150.000 jaar geleden), toen het landijs dat over Noord-Nederland lag begon te smelten, zijn hier smeltwaterafzettingen blijven liggen. Deze smeltwaterafzettingen, bestaande uit (onder andere) klei, laten slecht water door. Op deze afzetting ligt een laag dekzand uit het Weichselien. Regenwater kon wel door de zandlaag zakken, maar bleef op de smeltwaterafzetting liggen. Op andere plaatsen in Nederland, zoals de Peel op de grens van Noord-Brabant en Limburg, kon een kleilaag of een ijzerrijke laag in de ondergrond voor hetzelfde effect zorgen.

 

Regenwater is erg arm aan nutriënten en er zijn maar weinig plantensoorten in staat zich te vestigen in dergelijke voedselarme milieus. Veenmos is een van de weinige plantensoorten die daar wel kan aarden. Kussens van veenmos zuigen zich vol met regenwater. Als ze verzadigd zijn, bestaan ze voor negentig procent uit water. Het veenmost sterft van onderen af maar groeit aan de bovenzijde door. Het hoogveen is dus zelfvoorzienend in zijn waterhuishouding en is alleen afhankelijk van regenwater, niet van grondwater. In de loop van duizenden jaren vormt zich op deze wijze hoogveen.

Een andere manier van hoogveenvorming ontstond op plaatsen waar de vorming van laagveen niet meer mogelijk was. De groei van laagveen begon in het Atlanticum (8000 tot 5000 jaar geleden). De zeespiegel steeg en de grondwaterstand steeg mee, waardoor er veel meren en lagunes ontstonden. Deze wateren werden opgevuld met laagveen. Als een laagveenpakket zo dik werd dat het boven de grondwaterstand uitkwam, kon er geen laagveenvorming meer plaats vinden. De moerasvegetatie die voor de vorming van laagveen zorgde stierf af. Op plaatsen waar veenmos in het laagveen groeide ging de vorming van laagveen over in hoogveen.

Waar is hoogveen te vinden?

Hoogveen is ontstaan op zandgebieden uit het Pleistoceen, vooral in Oost-Nederland, in Noord-Brabant en in het zuidoosten van Drenthe en Groningen. Het hoogveen is bijna overal verdwenen door toedoen van de mens. Van de 16e tot en met de 19e eeuw werd het veen afgegraven, gedroogd en verhandeld als turf.

 

Ook begon de mens in de middeleeuwen met het ontwateren van het hoogveen in West-Nederland om het in gebruik te nemen voor de landbouw. Door die ontwatering en de landbouw oxideerde het veen en klonk de bodem in. Het oppervlak zakte dus, het gebied werd natter en daardoor ongeschikt voor de akkerbouw. Op deze wijze veranderde het West-Nederlandse hoogveen in het veenweidegebied.

Een uitgelicht voorbeeld: de Peel

Nationaal park De Grote Peel ligt op de grens van Noord-Brabant en Noord-Limburg. Doordat het gebied zo afgelegen ligt, is het hoogveen nog enigszins in tact gebleven. De mens begon pas in de 19e eeuw met afgraven. Door bouwwerkzaamheden in de buurt en boeren die water oppompten voor irrigatie, is het veen gaan oxideren, waardoor er veel voedingsstoffen in het water zijn gekomen. Staatsbosbeheer probeert de ontwikkeling van hoogveen weer op gang te brengen en zorgt er met behulp van dammen en stuwen voor dat het regenwater binnen het gebied en het grondwater voedselarm blijft. Tegenwoordig is het een internationaal belangrijk natuurgebied, waar bijvoorbeeld zeldzame vlinders voorkomen zoals het spiegeldikkopje.

 

- Anne Martens, Naturalis

Meer informatie

»

Berendsen, H.J.A. 2004. Landschappelijk Nederland. - Van Gorcum & Comp., Assen.

»

Berendsen, H.J.A. 2004. Vorming van het land. - Van Gorcum & Comp., Assen.

»

Koomen, A., P. Kiden et al. 2007. Van beekdal tot stuifduin: Aardkundige waarden in Noord-Brabant. - Provincie Noord-Brabant, Den Bosch.

»

Website Noorderbreedte (inclusief dit artikel)

Auteurs

  • Anne Martens

Meer landschapsvormen