Geologie van Nederland
is een initiatief van

Pyriet

'Het is niet alles goud wat er blinkt' is een bekend spreekwoord dat is ontstaan doordat veel mensen het goudgeelglanzende pyriet aanzien voor goud. Pyriet is een veelvoorkomend mineraal dat gewonnen wordt om zwavelzuur mee te maken.

Karakterisering

Pyriet werd door de oude Grieken gebruikt om vuur mee te maken. Als je namelijk met een hamer op het mineraal slaat ontstaan er vonken. Daar dankt pyriet zijn naam aan, want het Griekse pyr betekent vuur.

 

Fools Gold ('het goud der dwazen') is een bekende bijnaam voor dit mineraal. Met zijn uiterlijk heeft het veel mensen die dachten dat ze goud hadden gevonden voor de gek gehouden. In het Amerika van de 19e eeuw gingen duizenden mensen als dwazen op zoek naar goud, terwijl de aanleiding van deze 'goldrushes' vaak de vondst van het veel minder waardevolle pyriet was. Oud-Nederlandse woorden voor pyriet zijn zwavelijzer, ijzerkies en zwavelkies. Ook in Nederland komt pyriet voor. De grootste kans om het te vinden heb je in de kalksteengroeve bij Winterswijk.

Ontstaanswijze

Pyriet is een mineraal dat op vele verschillende manieren kan ontstaan. Meestal ontstaat pyriet in diepe spleten onder de grond, waar heet water doorheen stroomt en waarin ijzer en zwavel opgelost zijn. Wanneer het water in deze zogenaamde hydrothermale gangen dichterbij het aardoppervlak komt en afkoelt, verbinden het ijzer en zwavel zich om kleine kubusvormige kristallen te vormen aan de wanden van de spleten. Het pyriet in de steenkoolmijnen van Zuid-Limburg en in de Muschelkalk bij Winterswijk is op deze manier ontstaan.

 

Soms stijgt de temperatuur in een afzetting doordat er magma in de buurt omhoog komt. Als dat gebeurt kunnen elementen in een bepaald mineraal één of meerdere andere mineralen vormen die onder de veranderde omstandigheden stabiel is of zijn. Dit wordt contactmetamorfose genoemd. Op die manier kan ook pyriet gevormd worden. Vijftig jaar geleden dacht men dat dit het mechanisme was dat het pyriet in Nederland heeft gevormd. In Nederland komt magma echter niet dicht genoeg aan het oppervlak en het is dus onwaarschijnlijk dat pyriet hier op deze manier is gevormd.

 

In magmakamers kunnen nog grotere kristallen ontstaan. Als dit magma langzaam afkoelt doordat het dichter bij het aardoppervlak komt te liggen begint de kristalgroei. Deze groei kan tot kristallen leiden wanneer de afkoeling langzaam is en er genoeg van de juiste opgeloste stoffen (in dit geval ijzer en zwavel) aanwezig is. Samen vormen deze elementen een ijzersulfide: pyriet (FeS2). Als er genoeg ruimte is kunnen er op deze manier grote kristallen gevormd worden. Deze manier van vorming heet magmatische vorming.

 

Op plaatsen in de grond waar veel ijzer en zwavel maar geen zuurstof aanwezig is wordt vanzelf pyriet gevormd. Het zwavel is afkomstig van organisch materiaal. Vandaar dat er in Nederland veel pyriet te vinden is in steenkool-, klei- en veenpakketten. Ook zie je vaak fossielen die uit pyriet bestaan. Doordat pyriet in de dode cellen wordt gevormd, blijft de vorm behouden. In plaats van mooie kristallen kan er ook een soort aanslag of knollen gevormd worden bij deze manier van vorming.

 

Pyriet is herkenbaar aan de kopergele, vaak kubusvormige kristallen en de metaalachtige glans. Wanneer pyriet in contact komt met zuurstof en water verandert het van kleur, omdat er dan sulfaat en geoxideerd ijzer (roest) vrij komt. Bij mijnen kan dit soms leiden tot grondwaterverontreiniging. Verzamelaars behandelen hun pyriet met een luchtafsluitend laagje, zodat het mineraal mooi blijft.

Toepassingen

Wheellockpistool uit 1580 met pyriet in de slaghaan.
Wanneer met metaal op pyriet geslagen wordt ontstaan vonken. Deze eigenschap gebruikten de oude Grieken om vuur mee te maken. Toen in de 16e eeuw het buskruit werd ontdekt, gebruikte men pyriet in de slaghaan van vuurwapens om buskruit mee te ontsteken. Al snel bleek dit een onbetrouwbare methode, omdat pyriet makkelijk breekt. Daarom werd het vervangen voor vuursteen.

 

Pyriet is een veelvoorkomend mineraal op aarde en wordt op veel plaatsen gewonnen om er zwavelzuur van te maken. Zwavelzuur wordt gebruikt in kunstmest, olieraffinage en als hulp om andere mineralen te kunnen winnen.

Voorkomen in Nederland

In Nederland wordt pyriet niet gewonnen, omdat het niet in economisch winbare hoeveelheden voorkomt. Er zijn wel veel plaatsen waar pyriet kan worden gevonden. Een daarvan is in de Muschelkalk van de  groeve van Winterswijk. Je moet hier zoeken in de lagen die grover van structuur zijn, omdat daar de grootste kristallen aanwezig zijn.

 

In de steenkoolmijnen van Zuid-Limburg komt ook veel pyriet voor. Deze mijnen zijn echter allemaal gesloten, dus niet meer toegankelijk. In de storthopen van puin uit de mijnen die vaak nog wel toegankelijk zijn, heb je een goede kans om dit mineraal nog wel te vinden. In veenpakketten door heel Nederland en in de Tertiaire kleipakketten (Achterhoek en Twente) is de kans om pyriet tegen te komen groot.

Eigenschappen

  • Chemische groep: sulfiden
  • Chemische formule: FeS2
  • Kristalstelsel: kubisch
  • Hardheid: 6,0 - 6,5
  • Dichtheid: 5,0 - 5,2 gr/cm3
  • Splijting: geen
  • Kleur: kopergeel
  • Glans: metaalachtig

 

- Guido Beenakker, Naturalis

Meer informatie

»

Allaby, A. & M. Allaby, 2003. The concise Oxford dictionary of Earth Sciences. - Oxford University Press, Oxford. 410p.

»

Boorder, H. de, J. E. Lutgert & W. Nijman, 1985. The Muschelkalk and its lead-zinc mineralization in the eastern Netherlands. - Geologie & Mijnbouw 64: 311-326.

»

Nijland, T. G., J. C. Zwaan, D. Visser & J. Leloux, 2007. De mineralen van Nederland. - Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden. 104p.

»

Perkins, D., 2002. Mineralogy. - Prentice Hall, New Jersey. 483p.

Auteurs

  • Guido Beenakker

Meer beschrijvingen