Geologie van Nederland
is een initiatief van

Als de mergel op is

Wanneer een groeve uitgeput is probeert de eigenaar vaak een nieuwe bestemming te vinden door de ruimte te verhuren. Gelukkig maar, want dit is de redding geweest van veel groeves waaruit de blokbrekers weggetrokken zijn.

Groeve te huur

Wanneer de bruikbare mergel op is gaan eigenaren van groeves op zoek naar andere gebruiksmogelijkheden. Om de groeves te kunnen verhuren moeten ze in goede staat gehouden worden. Door dit onderhoud is op veel plaatsen verval en instorting voorkomen. De keerzijde is dat helaas niet alle hergebruik de ondergrondse gangen goed gedaan heeft. Te intensief gebruik en vandalisme hebben hun tol geëist.

Het secundaire gebruik is divers. Mensen, dieren en planten, allemaal hebben ze in de loop van de tijd op zeer uiteenlopende manieren van de ondergrondse gangen gebruikgemaakt. Ze hebben in tijden van oorlog dienst gedaan als militaire verbindingsroutes maar ook  beschutting geboden aan burgers en boeren, met hun vee. Er zijn stallen gebouwd -een aantal voerbakken is nog te zien-, wijn- en andere opslagkelders aangelegd, werkplaatsen, een bakkerij en een schuilkapel ingericht. En vergeet de smokkelaars niet. Tijdens de tweede wereldoorlog komt er een kluis, compleet met klimaatinstallatie, waarin belangrijke museumstukken, zoals bijvoorbeeld de Nachtwacht, worden opgeslagen.

Vergeten groente

Kardoenplant, Cynara cardunculus.

Jarenlang, tot ver in de twintigste eeuw, is er grootschalig aan ondergrondse tuinbouw gedaan -champignons, witlof en kardoen (Cynara cardunculus)-, totdat de ENCI het gangenstelsel op zo'n grote schaal heeft afgegraven dat het niet echt lonend meer is. Verticale schachten naar de buitenwereld moesten voor frisse lucht zorgen en dienden tevens als stortkoker voor (paarden)mest. Op kleine schaal worden er in de gangen nog steeds champignons gekweekt. Kardoen, een distelgewas en familie van de artisjok, is in Nederland een vrij onbekende ‘vergeten' groente waarvan de bladeren en stelen gegeten kunnen worden. Om te zorgen dat de vezelige bladstelen en hoofdnerven eetbaar (malser) zijn worden deze gebleekt. De groente wordt dan mooi zilverwit van kleur. Dat ging als volgt: de kardoenkwekers van de Sint-Pietersberg lieten de planten in het open veld opgroeien, staken ze in het najaar uit om ze vervolgens ondergronds in vochtige mergel te zetten om de plant te laten bleken. Kardoen wordt hier en daar nog steeds gekweekt, alleen niet meer in de Sint-Pietersberg.

 

Naast groenten en andere planten hebben ook verschillende dieren zoals das, steenmarter, vos en grottenspin (Meta menardi) in de gangen een rustige en vorstvrije huisvesting met een constante luchtvochtigheid gevonden.

De grottenspin, die te vinden is  op allerlei donkere, vochtige plekken, is pas in 2010 voor het eerst in de Limburgse mergelgroeven ontdekt. Deze spinnensoort heeft zich via haar bijzondere jachtgedrag aangepast aan het leven in duistere ruimtes. Prooien worden niet alleen in het web gevangen maar Meta menardi jaagt ook actief op pissebedden, kevers, duizendpoten die over de rotsige wanden rondkruipen, en zelfs op overwinterende vlinders.

Onderzoek

Grottenspin, Meta menardi.

Al vanaf de zestiende eeuw zijn de kalksteengroeven een attractie voor toeristen, berglopers en wetenschappers. Universiteiten doen bijvoorbeeld onderzoek naar de talloze geologische aspecten, naar bijzondere schimmelcultures of naar de honderden vleermuizen-ongeveer zo'n tien verschillende soorten- en andere dieren die in de gangen overwinteren/leven. Daarnaast onderzoekt de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven (SOK) sinds 1977 een breed scala aan onderwerpen in het binnenste van de berg.

 

Carla Janssen, Naturalis 2012

Auteurs

  • Carla Janssen

Meer sint-pietersberg