Geologie van Nederland
is een initiatief van

Noordkromp

Arctica islandica

Taxonomie

Klasse
Bivalvia (tweekleppigen)
Orde
Veneroidea (tapijtschelpachtigen)
Familie
Arcticidae (noordkrompen)
Geslacht
Arctica
Soort
Arctica islandica

Karakterisering

De noordkromp is de oude reus onder de tweekleppigen: exemplaren kunnen tot wel 375 jaar oud worden! In tegenstelling tot wat de 'koele' Latijnse naam doet vermoeden leeft de soort niet in echt koude (arctische) gebieden, maar voelt hij zich thuis in de gematigde zone van Europa. Deze stevige en vrij grote soort en nauw verwante voorlopers komen al tientallen miljoen jaren voor in onze contreien en ze leven nu nog in de Noordzee, waar ze heel veel last hebben van de allesvernietigende boomkorvisserij.

Uiterlijk

Noordkrompen zijn tien tot dertien centimeter lange, min of meer ronde tot iets ovale schelpen. Op veel fijne, ietwat onregelmatige groeilijntjes na zijn ze glad. Bij levende dieren wordt de witte schelp bedekt door een zwarte opperhuid. De schelpen zijn stevig en vooral het slot, met daarin drie forse tanden, is robuust.

Leefwijze

De noordkromp is een ondiepe graver die leeft in modderige en zandige bodems. In het noordelijk deel van zijn verspreidingsgebied leeft hij tot aan de laagwaterlijn, naar het zuiden toe leeft de soort steeds dieper. In het Nederlandse deel van de Noordzee leeft de soort typisch beneden de dertig meter diepte. Noordkrompen zijn tot ongeveer vijfhonderd meter diepte levend gevonden. Het merendeel van het voedsel filtert het dier uit het zeewater, maar hijde soort kan ook voedseldeeltjes uit het omliggende sediment halen. 

Geografische verspreiding

De noordkromp komt voor in de gematigde zones van de Atlantische Oceaan. In Europa loopt het areaal van de Witte Zee en IJsland in het noorden tot aan de Golf van Biskaje in het zuiden. In de Nederlandse Noordzee is de soort redelijk algemeen op de Oestergronden, een slikkig gebied ten noorden van Waddeneilanden dieper dan veertig meter.

Voorkomen in de tijd

Soorten van het geslacht Arctica die sterk lijken op de moderne noordkromp komen al minimaal sinds het Paleoceen in Noordwest-Europa voor. De moderne soort leefde waarschijnlijk al in het Mioceen, maar mogelijk moeten ook oudere, Oligocene soorten uiteindelijk ook tot de huidige noordkromp worden gerekend. Met name in Pliocene en Vroeg-Pleistocene afzettingen (Formatie van Breda, Formatie van Oosterhout en Formatie van Maassluis) is de noordkromp vrij algemeen.

Evolutie

De schelpen van de noordkromp en zijn vermoedelijke voorlopers zijn in de loop van de tijd maar zeer weinig veranderd. Dat betekent overigens niet dat de soort zelf niet veranderd is: mogelijk is deze, of de evolutionaire lijn waaruit de noordkromp is ontstaan, in de loop van de tijd minder tolerant voor warme temperaturen geworden.

Vindplaatsen in Nederland

De noordkromp kennen we uit Pliocene en Vroeg-Pleistocene afzettingen die in een groot deel van de Nederlandse ondergrond aanwezig zijn. De mogelijke Oligocene voorloper van deze soort kennen we uit mijnschachten in Limburg. Op verschillende Zeeuwse stranden, waaronder Domburg, spoelen Pliocene en Vroeg-Pleistocene exemplaren aan. Op de Waddeneilanden spoelen regelmatig verse kleppen aan, maar kunnen soms ook Laat-Pleistocene fossielen aanspoelen. De laatste jaren is de zandwinning in het Brabantse Langenboom een grootleverancier van noordkrompschelpen.

 

- Frank Wesselingh, Naturalis

Meer informatie

»

Bruyne, R. H. de, 2004. Veldgids schelpen. - KNNV, Utrecht. 224p.

»

Witbaard, R. & M. Bergman, 2003. The distribution and population structure of the bivalve Arctica islandica L. in the North Sea: what possible factors are involved? - Journal of Sea Research 50: 11-25.

»

Website MarLIN (zoekterm: Arctica islandica)

Auteurs

  • Frank Wesselingh

Meer ongewervelden