De muizenkeutel is een klein en erg mooi slakje. Het leefde tijdens de voorlaatste IJstijd (Eemien, circa 120.000 jaar geleden) in zeegrasvelden in West-Nederland. Het is een kenmerkende soort voor het Eemien.
De muizenkeutel is een klein (ruim een centimeter hoog) slank slakje met 10-12 windingen. Hij heeft sterk ontwikkelde spiraalribben, doorsneden door robuuste dwarsribben, waardoor een soort onregelmatig traliewerk ontstaat. Op de snijpunten van de ribben zijn vaak knobbeltjes gevormd. De schelp heeft ook verdikte restanten van eerdere mondopeningen, de zogenaamde varixen. Er is geen of slechts een ondiep siphonaalkanaal in de mondopening aanwezig. Recente exemplaren zijn honingbruin.
Het slakje komt met name voor in modderige en zandige kustgebieden waar zeegrassen en wieren aanwezig zijn. Daarnaast leeft hij ook wel op rotsen en stenen. De muizenkeutel bereikt de grootste dichtheden tussen de laagwaterlijn en de diepte waarop nog net daglicht doordringt, maar is wel tot 250 meter diepte aangetroffen. De soort leeft van onder meer diatomeeën, sponzen, algen en foraminiferen. De veelvuldige associatie met planten betekent dat de soort een redelijke indicator is voor vrij helder water.
Vandaag de dag komt de soort voor aan de Atlantische kusten van Noorwegen tot aan de Canarische Eilanden en in de Middellandse Zee. De soort is algemeen in het Kanaal en aan de westkust van de Britse eilanden. Hij is sporadisch levend gemeld uit de Noordzee, onder meer uit de omgeving van Helgoland.
De soort bestaat al sinds het Mioceen. In Nederland is de soort zeer specifiek voor het Eemien. Na het Eemien verdween de zee en daarmee het leefmilieu van de muizenkeutel. De huidige Nederlandse Noordzee is in het algemeen te modderig om een geschikt leefgebied te vormen.
Uit recent onderzoek blijkt dat de muizenkeutel onderdeel vormt van een groep zeer nauwverwante en sterk gelijkende Bittium-soorten. De soortgrenzen en verspreiding van deze groep is nog niet goed in beeld gebracht.
We kennen de muizenkeutel uit strandgruis van vrijwel de hele Nederlandse kust, maar vooral uit Zeeland en van de Waddeneilanden. De soort is vrij algemeen in schelpengruis van opspuitterreinen in Noord-Holland en Flevoland.
- Frank Wesselingh, Naturalis
Bruyne, R. H. de, 2004. Veldgids schelpen. - KNNV Uitgeverij, Utrecht. 224p.
Website MarLIN (gebruik zoekterm Bittium reticulatum)